LEZEN: Hebr. 12:25-29
U moet omwille van uw leven zeer op uw hoede zijn – u hebt immers geen enkele gestalte gezien … – Deut. 4:15-24
De gebeurtenissen bij de Horeb brengen nog een extra waarschuwing mee. Met de grootste ernst zegt Mozes dat ze geen beeld mogen maken om God te aanbidden. Ze zetten hun leven op het spel, als ze God niet dienen zoals Hij daar aan hen is verschenen. Hij ontmoette Zijn volk wel met grote tekenen, maar zonder enige gestalte of afbeelding van Hemzelf. Gods volk mocht van God daarom geen afbeelding maken zoals bij afgodendienst of bij de aanbidding van de zon, de maan en de sterren. Zo doen heidenen die God niet kennen.
Maar Israël heeft God ontmoet met alleen Zijn stem uit het vuur, zonder enige gestalte of verschijning van Hem. Ze hebben Hem alleen gehoord, maar niet gezien. Zó wil God nu dat ze Hem lief te hebben, Hem vertrouwen, Hem gehoorzamen en eren.
Het dienen van een beeld, is van heel andere orde. Dat roept heel andere gevoelens op, met een beeld heb je geen band. Met een beeld kun je doen wat jij wil. Maar God wil dat we Hem vrezen zoals Hij is: de almachtige God in de hemel, Die ver staat boven alle schepselen en voorwerpen. Die God heeft Zijn volk verlost uit Egypte en sprak hen daar aan met Zijn verbondswoorden als hun liefhebbende Vader. Hij heeft hen verlost om Hem te dienen op de manier die Hem aangenaam is.
Niet alleen voor de Israëlieten geldt de waarschuwing dat God Zich vertoornt door eigenwillige godsdienst, op wereldse, heidense wijze. Ook wij horen ervan in de Hebreeënbrief. De schrijver gebruikt juist deze gebeurtenis voor onze ontmoeting met God. Ook hij waarschuwt: “Laten wij … God dienen op een Hem welgevallige wijze met ontzag en eerbied. Want onze God is een verterend vuur” (Hebr. 12:28,29 vergelijk met Deut. 4:23,24) .
Is er in onze tijd een voorbeeld van beeldendienst?
Zingen: Ps. 95:3
