LEZEN: Hebr. 4:4-11
… Want u zult in gedachten houden dat u slaaf geweest bent in het land Egypte en dat de HEERE, uw God, u vandaar uitgeleid heeft met sterke hand en uitgestrekte arm. Daarom heeft de HEERE, uw God, u geboden de dag van de sabbat te houden. – Deut. 5:13-15
Mozes herhaalt niet zonder meer de wet van Ex. 20 zoals God die op de Horeb heeft gegeven. We zien zo dat hij namens de HEERE een uitbreiding geeft aan het 4e gebod. Het doel (rusten) is nu ook: opdat uw dienaar en uw dienares rusten zoals u.
Daarbij hoort als extra reden: blijven gedenken dat je slaaf bent geweest in Egypte en dat de HEERE je vandaar heeft uitgeleid. Ze waren slaaf, maatschappelijk, maar ook geestelijk: ze dienden er de afgoden (Joz. 24:23). Zo wordt in het 4e gebod gewezen op Gods schepping (Hij ruste op de zevende dag) èn op Gods herschepping, namelijk Zijn verlossing (Hij heeft u uitgeleid met sterke hand en uitgestrekte arm).
Die verlossing wordt ook al bij de inleiding genoemd. Al Gods grote daden worden verkondigd en bejubeld op de sabbatdag. Dat is ook de grote taak van de kerk: om als koninklijk priesterschap dat God Zich tot Zijn eigendom maakte, Hem te bejubelen op Zijn heilige dag (Ex. 19:6, Hand. 2:11, 1 Petr. 2:9).
Als Nieuwtestamentische kerk zien we dat op de opstandingsdag Gods grote daden van verlossing of herschepping hun verdieping krijgen in de opstanding van onze Heiland. Het gaat bij de sabbatsrust vooral om de verlustiging in Gods werken en de eer van God met het heerlijke vooruitzicht van de eeuwige sabbatsrust (Hebr. 4:9-11). Die breekt aan bij de voleinding van al Gods grote werken op aarde met de wederkomst van Christus (HC zondag 38). Laten we uiterst zuinig zijn op de onderhouding van die dag!
Hoe vul je de zondag in buiten de erediensten?
Zingen: Ps. 92:1,5
