LEZEN: Dan. 9:9-19
Zie nu in dat Ik, Ik Die ben, er is geen God naast Mij. Ík dood en Ik genees en er is niemand die uit Mijn hand redt! … Juich, heidenen, met Zijn volk! Want Hij zal het bloed van Zijn dienaren wreken. Hij zal de wraak laten terugkomen op Zijn tegenstanders, en Zijn land en Zijn volk verzoenen! – Deut. 32:39-43
God laat aan het slot Zijn soeverein welbehagen horen. Hij beschikt over leven en dood. Hij doodt en Hij geneest. Geestelijk en lichamelijk. Alleen bij Hem is er verlossing uit de diepst denkbare ellende, waarin de mens zich heeft gestort. Ja, dan is het zelfs mogelijk dat we kunnen ontkomen aan Zijn verdiende toorn door bij Hem de toevlucht te nemen. Daarvoor gaf God Zijn Zoon.
Bij Mozes en Israël was de Heere Christus nog niet gekomen. Maar ze hebben God van nabij leren kennen als de God die wonderen werkt, ook wonderen van verlossing. Ze kenden Hem als een trouwe Vader Die zorgt voor Zijn kinderen.
Hij had Zich Zelf aan Mozes bekend gemaakt als: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw, Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, Maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vader vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen tot in het derde en vierde geslacht (Ex. 34:6,7). Het komt er op aan of je God oprecht om vergeving vraagt. Dan zal de HEERE Zich over je ontfermen.
God heeft een rest van Zijn volk weer doen terugkeren uit ballingschap. Ook bij ons is er genezing en redding door het bloed van Christus. Er is verzoening voor allen die schuilen bij Zijn offer uit Joden en heidenen: Juich heidenen, met Gods volk!
Maar wee voor Gods wraak als je je niet met Hem laat verzoenen.
Betekent vergeving dat je geen kwaad overkomt?
Zingen: Ps. 32:1