LEZEN: Gen. 3: 1-6
Daarom zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben. – Rom. 5:12
De zondeval is de meest afschuwelijke gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid. De zo heerlijk geschapen mens, mag samen met zijn vrouw zonder Middelaar omgang met God hebben, in het paradijs leven met de boom des levens in zijn omgeving. Maar als God de mens vervolgens beproeft op waarheid, liefde en trouw, begaat de mens een gruwelijke misdaad van moedwillige ongehoorzaamheid tegen Zijn Schepper.
Gods proefgebod moet uitwijzen of wat de mens gelovig moet en kan doen, hij ook gelovig zal willen blijven doen als hij verleiding ontmoet. God schiep geen robot maar een mens met een wil. Het verbond dat Hij eenzijdig met de mens oprichtte, is in zijn bestaan van twee kanten bedoeld. Als God de mens in dat verbond liefde en gunst geeft, is het Zijn recht van de mens ook liefde en trouw te vragen.
Bij die verbondseis gebruikt God de verbondsdreiging van de dood als de mens zou nemen en eten van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad. Met die wetenschap begaan Mannin en Adam de doodzonde. Ze willen – wat de slang hen voorhoudt- als God zijn. Ze kiezen bewust en hoogmoedig tégen God en vóór Zijn tegenstander. Zo vallen ze van God af en sleuren ze heel hun toekomstig nageslacht de dood in.
Het is heel belangrijk om aan de historische betrouwbaarheid van deze geschiedenis vast te houden. Dat leert ons de aard van élke zonde goed kennen. Bij die eerste zonde ging het om kijken, grijpen, tasten en eten van een begerenswaardige vrucht waar je geen moeite voor hoeft te doen. Een alledaags gebeuren! Maar verre van onschuldig: zonde tegen de hoogste majesteit van God!
Hoe kijk jij aan tegen de ernst van je dagelijkse zonden?
Zingen Ps. 51:3
