Het vorige artikel eindigde met het belang dat onze kinderen een school bezoeken, waarop ze hetzelfde onderwijs krijgen als in de kerk en thuis. Zo worden ze voorbereid om God te eren, de gemeente mee op te bouwen en een zegen te zijn voor hun naaste. Daar hebben we als gemeente er allemaal een taak in: het gaat om de kinderen van de kerk. Maar de ouders hebben daarin de eerste verantwoordelijkheid.
Doopbelofte
Bij de doop beloven ouders plechtig voor God en Zijn heilige gemeente dat zij hun kind bij het opgroeien in de leer alhier geleerd (de gereformeerde leer) naar hun vermogen zullen onderwijzen en laten onderwijzen. De kerkorde bindt in art. 57 de kerkenraad eraan om erop toe te zien dat de ouders, zoveel zij kunnen, hun kinderen onderwijs laten volgen dat in overeenstemming is met de leer van de kerk, zoals zij dit bij de doop beloofd hebben.
Er zijn in de geschiedenis tijden geweest dat de afstand tot een gereformeerde school geen belemmering vormde om je kind erheen te sturen. Dat kan nu anders liggen. Momenteel is er maar één school waarvan we kunnen zeggen dat die probeert te voldoen aan wat ouders beloofd hebben. De afstand tot die school kan te groot zijn, ook kunnen er andere obstakels zijn. Een dichtbij zijnde reformatorische school is dan nog een optie. Toch zijn er dan belangrijke tekortkomingen zoals de leer van de kerk en de leer van het verbond. Het is erg belangrijk dat dit onderwijs aangevuld en gecorrigeerd wordt in de gezinnen. Ook mis je daar de gemeenschap der heiligen. Daar zit het risico in dat op schoolleeftijd het juiste zicht op de kerk gaat ontbreken.
Kosten berekenen
Er ligt daarom vanuit onze beloftes wel degelijk een opdracht om de mogelijkheden te bezien van een eigen gereformeerde school. Dat is geen zaak van hoogmoed of beter voelen dan anderen, maar een zaak van gehoorzaamheid aan Christus, het Hoofd met wie we als één lichaam verbonden zijn. Natuurlijk vraagt een eigen gereformeerde school (grote) offers, maar daar kan heel de kerk aan bijdragen. We zijn toch allemaal priesters (HC zondag 12)?
Er wordt wel eens verwezen naar de tekst “wie een toren bouwt, moet eerst de kosten berekenen”. Om vervolgens vast te stellen: die kosten zijn te hoog om een eigen school te beginnen. Maar zo pas je deze tekst niet juist toe. Want de Heere zegt in Matt. dit niet voordat ze iets moeilijks moeten doen terwijl ze Hem volgen, maar voordat ze Hem gaan volgen. Ze moeten goed beseffen dat bij het volgen van Christus het dragen van een kruis hoort en het achterlaten van alles (Lukas 14: 26-33). Met andere woorden: als je je ja-woord geeft zul je bereid zijn er alles voor over te hebben dit ja–woord na te komen. Daar horen offers bij. Het geldt niet alleen voor de schoolkeuze of het oprichten van een school maar voor alles van het christen zijn, het gereformeerd zijn. Christus volgen betekent jezelf verloochenen en je leven willen geven. Zeker niet gemakkelijk, maar wel mogelijk in de kracht van de Heilige Geest.