LEZEN: Micha 7:18-20
De genade van onze Heere is echter zeer overvloedig geweest, met geloof en liefde, die er is in Jezus Christus. – 1 Tim. 1:14
Paulus heeft laten zien hoezeer we Gods wet nodig hebben: om ons te ontdekken aan onze zonden. Alleen door zo onze zonden te belijden, kunnen we bij het bloed van Christus vergeving bij God ontvangen.
Ook zullen we niet mogen denken dat onze zonden zo groot, zo zwaar of zo veel in aantal zijn, dat daarvoor bij God geen vergeving mogelijk is. Dat zou je in bepaalde gevallen wel vanuit jezelf kunnen denken. Bijvoorbeeld als er door je zondig gedrag of spreken veel schade is aangericht onder mensen of in de kerk. Of als je God of Christus tegenover de mensen verloochend hebt, terwijl je Zijn naam moest belijden. Denk aan het verdriet van Petrus na zijn verloochening van de Heere.
Maar Paulus bestrijdt de gedachte dat er geen vergeving mogelijk zou zijn bij hele grote zonden. Hij stelt tegenover de overvloed van zonde (vs. 13, 16), de zeer (letterlijk: super-) overvloedige genade van onze Heere. Gods genade in Christus is groter dan de zonden. Paulus zelf heeft dit ervaren.
“Met geloof en liefde” geeft het effect aan van de superovervloedige schuld-vergevende genade van Christus in het leven van Paulus. Deze genade werkt bij hem namelijk geloof en liefde uit in de gemeenschap met Jezus Christus.
Zo laat Paulus zien hoe rijk èn verreikend Gods genade in Christus is. Je bent daardoor niet alleen rechtvaardig voor God, maar mag er ook de vrucht van tonen: geloof dat door de liefde werkt. Liefde tot God en de naaste.
Paulus wijst elke eigen verdienste af als het gaat om zijn geloofsleven: het is alles genade, ja super-overvloedige genade. Maar alleen als je gemeenschap hebt met Christus.
Mag je zondigen omdat God toch genadig is?
Zingen: Ps. 103:4