Waarom bezwaar maken tegen ‘pluriformiteit van de kerk’?

by (zie artikel) | 5 september 2023 06:00

 

 Door Jelte Numan – 29 juli 2023

Overgenomen van Defense of the Truth, een Australische gereformeerde  website – met toestemming – layout aangepast aan bouwen-en-bewaren.

Pluriformiteit van de kerk is een kerkopvatting die met name is gepromoot door Abraham Kuyper (1837-1920), een begaafde theoloog die later premier van Nederland werd. Hij probeerde het te rechtvaardigen op grond van wat hij opmerkte, namelijk dat er “veel verschillende kerken zijn die God op verschillende manieren aanbidden en hun geloof in hem op verschillende manieren ” of vormen belijden. Vandaar de term pluriformiteit (vele vormen) van de kerk.

Hoewel hij verschillende graden van trouw in de verschillende christelijke kerken erkende, zei hij dat de meeste van hen toch de universele kerk van Jezus Christus vormden. Inderdaad, hij en degenen die zijn mening deelden, spraken over een onzichtbare kerk die bestond uit alle uitverkorenen verspreid over deze kerken.

Maar dergelijke opvattingen over de kerk zijn onbijbels, wijken af van de “Drie Formulieren van Eenheid” en leiden tot verdere ondermijning van de Schrift.

Toegegeven, het denken over de pluriformiteit van de kerk heeft veel aantrekkingskracht. In plaats van een zwart-witbenadering waarbij een kerk óf een ware (wettige) óf een valse kerk is, is pluriformiteit veel genuanceerder. We hebben het hier niet over een zekere pluriformiteit binnen de ware kerk, maar over een veel breder begrip dat de verschillende christelijke kerkverbanden als meer of minder zuiver beschouwt.

Dit pluriformiteitsbegrip stelt christenen van verschillende kerkgenootschappen in staat om samen te werken in verschillende christelijke organisaties “tegen de stroom van het secularisme in”, zonder dat het nodig is verenigd te zijn in de waarheid.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat Kuypers opvattingen over de pluriformiteit van de kerk omarmd werden door een pragmatisch Amerika waar zulke pluriformiteit  aangeduid wordt als ‘denominationalisme’.

Het probleem is echter dat de pluriformiteit van de kerk gebaseerd is op waarneming en menselijk redeneren in plaats van op Gods Woord.

We geloven niet dat God een drie-enige God is – Vader, Zoon en Heilige Geest – op basis van wat we zien of ervaren, maar op basis van Gods Woord. Evenzo is het op basis van Gods Woord dat wij geloven in een heilige, katholieke kerk. De Schrift openbaart dat haar prachtige beloften zijn gedaan en dat haar een grote toekomst is beloofd. Die heilige katholieke kerk is daar waar gelovigen samenkomen en zich nederig onderwerpen aan het koningschap van hun Heer en Heiland Jezus Christus, en alleen op Hem vertrouwen voor hun redding.

Maar een opvatting over de kerk op basis van waarneming of menselijk redeneren, zoals Kuyper en zoveel neocalvinisten nog steeds doen, wijkt af van wat we belijden wat Gods Woord over de kerk leert. Zeker, Kuyper en zijn volgelingen zouden het eens zijn met wat wij belijden in onze geloofsbelijdenissen: “Ik geloof één heilige katholieke kerk, de gemeenschap der heiligen.” Ze zouden het erover eens zijn dat dit dezelfde kerk is die Christus vanaf het begin van de wereld tot het einde vergadert in de eenheid van het ware geloof, en dat het de bruid van Christus is die volgens Openbaring 12 voortdurend wordt aangevallen door Satan.

Zij wijken echter af van de visie van de kerk zoals wij die belijden in de artikelen 28 en 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Daar belijden we, in overeenstemming met de duidelijke leer van Gods Woord, dat een geloofsgemeenschap òf een wettige kerk van de Heere is, òf niet (bijv. wanneer de kandelaar is weggenomen: Openb. 2,3). Wij belijden dat de wettige kerk van de Heere daar is waar een gemeente functioneert in trouw aan Gods Woord in prediking, gebruik van sacramenten en kerkelijke tucht. “Kortom, dat men zich richt naar het zuivere Woord van God, alles wat daarmee in strijd is verwerpt en Jezus Christus erkent als het enige Hoofd.” (Nederlandse Geloofsbelijdenis, art. 29).

Christus roept iedere gelovige op om zich bij haar aan te sluiten en zich niet van haar afzonderen (Nederlandse Geloofsbelijdenis, art. 28). Kuypers opvatting over kerkelijke pluriformiteit komt daarentegen niet overeen met wat wij op grond van de Schrift belijden in de Drie Formulieren van Eenheid. Daarom moet Kuypers leer van de pluriformiteit van de kerk, ondanks de praktische aantrekkingskracht ervan, volledig worden verworpen.

Maar er is meer. Pluriformiteit leidt er ook toe dat de wederzijdse verantwoordelijkheid die een kerkverband heeft ten opzichte van een andere kerkverband, weggenomen wordt. Terwijl het pluriformiteitsdenken bijvoorbeeld zowel Anglicaanse als Congregationalistische kerken(1) zou zien als wettige kerken van de Heere, zou een Anglicaanse kerk zich niet verplicht voelen om een Congregationalistische kerk te corrigeren voor haar fouten, en vice versa. Anders dan in een gereformeerde zusterkerkrelatie is er geen verplichting om toezicht op elkaar te houden. In onze gereformeerde kerkleer wordt elke kerk echter gezien als verantwoordelijk voor de anderen. We kunnen niet zoals Kaïn zijn en zeggen: “Ben ik de hoeder van mijn broer”? Daarom zijn in de “Regels voor het uitoefenen van zusterrelaties” van de Free Reformed Churches of Australia de eerste twee regels:

1. Zusterrelaties zullen worden gebruikt om elkaar wederzijds te helpen, te bemoedigen en op te scherpen om als kerken van God in deze wereld te leven.
2. De kerken zullen over en weer op elkaar toezien dat zij niet afwijken van het gereformeerde geloof m.b.t. de leer, de kerkorde, de tucht en de liturgie.)

Bovendien is er in het denken over de pluriformiteit van de kerk geen aansporing om  eenheid met andere kerken te zoeken in één kerkverband. Waarom zouden ze? Ze hebben elkaar tenslotte al geaccepteerd als wettige kerken van de Heere. Dat is niet zo in de gereformeerde kerkleer, waarin verwacht wordt dat zusterkerkrelaties worden nagestreefd met andere ware kerken in hetzelfde land of deel van de wereld.

Als bijvoorbeeld een plaatselijke kerk zich bewust zou worden van een andere trouwe kerk in haar omgeving of elders in Australië (bijvoorbeeld door een van haar leden), zou ze de nodige onderzoeken instellen en, als ze ontdekte dat een dergelijke kerk inderdaad de kenmerken van de ware kerk vertoont, zou ze de kerkelijke weg gaan, zodat de synode afgevaardigden zou aanstellen om verder onderzoek te doen en op basis van hun onderzoek met aanbevelingen te komen voor een volgende synode.

Natuurlijk zou het voor een relatief klein kerkverband als de FRCA(2) moeilijk zijn om over de hele wereld ware kerken op te sporen. Daarom besloot een eerdere synode om het nastreven van nieuwe zusterrelaties te beperken tot ons eigen geografische gebied. Het is echter zeer aan te bevelen om binnen hetzelfde land zusterkerkrelaties met andere trouwe kerken aan te gaan, omdat wij op basis van Gods Woord één katholieke en apostolische kerk belijden: “één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is.” (Efeziërs 4:4-6, HSV)).

Daarom zijn twee kerkverbanden die elkaar als ware kerken kunnen accepteren verplicht om die eenheid te laten zien door één kerkverband in dat land te worden.

Helaas lenen de populaire Westminster Standards (WS) zich voor pluriform kerkelijk denken. Er zijn presbyteriaanse kerken die de WS interpreteren als een aanvaarding van de pluriformiteit omdat ze spreken over kerken als “min of meer zuiver”, een onderscheid maken tussen de zichtbare en de onzichtbare kerk, en zeggen dat de kerk bestaat uit alle uitverkorenen. (Wij zeggen dat de kerk het lichaam is van gelovigen en hun zaad. Er zijn gelovigen buiten de kerk die zich bij de kerk moeten aansluiten en er zijn huichelaars die eruit moeten.)

Het is vanwege deze pluriforme uitleg dat de Presbyterian Church of Eastern Australia (PCEA) bijvoorbeeld predikanten van niet-PCEA-kerken (of zusterkerken) toeliet op hun kansels.
Het staat ook niet-PCEA-gelovigen toe om het Heilig Avondmaal bij te wonen.
Dat geldt ook voor de Orthodoxe Presbyteriaanse Kerk (OPC), volgens ds. Hofford (die om die reden de OPC verliet)(3).

De pluriformiteit van de kerk devalueert ook het belang van het trouw blijven in de (ware) kerk van Christus. We hebben leden de FRCA zien verlaten alsof dat voor hen geen enkel probleem is. En dat is het ook niet, als je de pluriformiteit van de kerk omarmt. Immers, bij het omarmen van de pluriformiteit van de kerk ziet men deze andere kerken ook als kerk van Christus – de een alleen wat zuiverder of trouwer dan de ander.

Bovendien vermindert de pluriformiteit van de kerk de betekenis van de kerkelijke tucht. Wanneer kerken de “regel van Mattheüs 18” toepassen en de persoon onder tucht weigert zich te bekeren, wordt hij/zij geëxcommuniceerd of, zoals vaak gebeurt, trekt hij/zij zich terug uit de kerk om excommunicatie te voorkomen. Terwijl de Schrift en de belijdenis het zeer serieus nemen en zeggen dat zo iemand geen deel heeft aan het koninkrijk van God (Zondag 31), zien leden die de pluriformiteit van de kerk omarmen zulk gedrag als geen probleem. Ze verhuizen gewoon naar een ander kerkverband. Ze zien zichzelf uit de ene kerk van de Heere stappen in een andere wettige kerk van de Heere, waarbij de ene iets meer of minder zuiver is dan de andere.

Men kan niet anders dan zich afvragen in hoeverre FRCA-leden de leer over de pluriformiteit van de kerk hebben aangenomen wanneer mensen die ongehoorzaam zijn aan de oproep van Christus om zich bij Zijn kerk aan te sluiten, of die de kerk van Christus de rug hebben toegekeerd, nog steeds worden verwelkomd in organisaties die beweren het koninkrijk van God te promoten, door het evangelie te verspreiden; of waar zulke mensen worden verwelkomd en omarmd tijdens festiviteiten van FRCA-leden.

Veel van onze leden zien de ernst niet in van wat de persoon heeft gedaan. Immers, in het pluriformiteits-denken:  “zijn ze niet nog steeds christenen” in de ene of andere kerk?

De pluriformiteit van de kerk legt het zwijgen op aan de roep van NGB art. 28 om lid te worden van de ware kerk en leidt ertoe dat jonge mensen het heel acceptabel vinden om een huwelijkspartner te vinden in een andere kerk – of die nu evangelisch, pinksterkerk, baptistisch, anglicaans, enz. is. Het vervaagt de door God ingestelde tekenen die de kerk van Christus kenmerken.

We zijn zo wonderlijk, onverdiend bevoorrecht om tot de (ware) kerk van Christus te behoren, een kerk die voortdurend probeert zichzelf te reformeren in overeenstemming met Gods Woord door de wekelijkse verkondiging van dat Woord en door onderwijs op catechisatie en school, Bijbelstudie, gereformeerde media, wederzijdse trouw, enz.

Hierdoor laat God Zijn koninkrijk zien, terwijl kerkleden, gevoed door het Woord en de Geest, meer en meer liefde en onderwerping aan Hem tonen in alles wat ze doen.

Door Gods genade in Christus behoren wij tot Zijn enige ware kerk. Het is dezelfde kerk die God uit Egypte bracht om Zijn speciale volk te zijn, verzorgd door Christus ” een geestelijke rots, die hen volgde; en die rots was Christus.” (1 Kor. 10: 4, HSV).

Wat heerlijk om tot de kerk te behoren waarvan de Heere Zelf ons leert Zijn lof te zingen in b.v. Psalm 48 en Psalm 122 en waarvan de psalmist tijdens zijn ballingschap zong: ” Laat mijn tong vastkleven aan mijn gehemelte, als ik niet aan u denk, als ik Jeruzalem niet doe uitstijgen boven mijn hoogste blijdschap. ” (Ps. 137, HSV). Het is de kerk die de Heere “zuil en fundament van de waarheid.” noemt (1 Tim. 3: 15, HSV), de ene kudde van de Goede Herder waarvoor Hij zijn leven gaf en die Hij door de eeuwen heen verzamelt, verdedigt en bewaart (DL 21) tegen de aanvallen van Satan (Gen. 3: 15 & Openb. 12).

Maar pluriformiteit van de kerk doet hier afbreuk aan en verzwakt de geboden van Christus. Het doet een beroep op het menselijk redeneren en werkt mee om dingen samen te doen in christelijke organisaties, met misschien lovenswaardige doelen, maar zonder verenigd te zijn in gehoorzaamheid aan de Heere als leden van de kerk van Christus.

Bovendien ondermijnt pluriformiteit de Bijbelse eis om lid te worden van de ware kerk van Christus, aangezien het een concept is dat niet gebaseerd is op Gods Woord en de Drie Formulieren van Eenheid, en berooft het de kerkelijke tucht van haar kracht.

Het is, misschien langzaam maar onvermijdelijk, kerkelijke euthanasie.


Noten van vertaler:

(1)Kerkgenootschappen die de gereformeerde, Bijbels gegronde kerkregering verwerpen. De regering van de kerk berust bij de gemeente, niet bij de ambtsdragers. Ambtsdragers worden gezien als democratische gekozen vertegenwoordigers van de gemeente, en niet als vertegenwoordigers van Christus. Ze kennen geen kerkverband zoals wij maar alleen losse federaties. Veel baptistengemeenten, pinkstergemeenten en zgn. “vrije” kerken vallen onder dit begrip.

(2)Free Reformed Churches of Australia

(3) Ds. B. Hofford in een reeks brieven aan zijn gemeente in 1985, na een vergelijkende studie van de Three Forms of Unity en de Westminster Standards.

Source URL: https://www.bouwen-en-bewaren.nl/2023/09/05/waarom-bezwaar-maken-tegen-pluriformiteit-van-de-kerk/