LEZEN: Ef. 4:7-16
Dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, begeert hij een voortreffelijk werk. – 1 Tim. 3:1
1 Tim. 3:1 sluit aan bij het voorafgaande. De vrouw heeft haar taak vooral in haar gezin als moeder. De man mag in de kerk verlangen naar het ambt van ouderling, ook al zal dat niet voor iedereen zijn weggelegd. Dat ambt van ouderling wordt door Paulus aangeduid als iets bijzonder moois.
Paulus zegt dit niet maar om broeders over te halen zich daarvoor beschikbaar te stellen, omdat dit nodig is voor de voortgang van het kerkelijk leven. Nee, hij legt er volle nadruk op dat het gaat om iets dat in zichzelf bijzonder mooi is.
Hij stelt eerst: dit is een betrouwbaar woord. Daarin klinkt door vers 1:15: “en alle aanneming waard”. Als Paulus verder is ingegaan op het invullen van het ambt van ouderling, schrijft hij: “nu weet u hoe men zich moet gedragen in het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid”.
Het voortreffelijke van het ambt wijst dus op Christus’ verlossingswerk in de gemeente van de levende God. Zij is gegrond op de waarheid van het evangelie en mag deze uitdragen. Het werk van de ouderling moet daarbij passen en kent dus een heel hoge roeping. Als God je bij Zijn roeping de nodige gaven en krachten geeft, is dat een zaak van grote vreugde. Je mag in Zijn dienst bouwen aan de gemeente van Christus, je inzetten voor Zijn kerk-vergaderend werk. Je mag in dienst aan Hem en namens Hem de kudde weiden en beschermen, je mag onder Zijn zegen de gemeente opwekken het evangelie te verspreiden.
Daar hoort uiteraard bij: niet heersen maar dienen. Toch is juist dit een voortreffelijk werk (Marc. 10:43-45). Dit appellerende woord is van groot belang in onze tijd, waarin de mens op zichzelf is gericht en eerder consumptief wil zijn dan dienend.
Hoe kun je je als man voorbereiden op het ambt ?
Zingen: Ps. 135:1