LEZEN: Joz. 3:7-17: … En zodra … de voeten van de priesters, die de ark droegen in het water gedompeld waren, … bleef het water dat van bovenaf kwam staan … als een dam heel ver weg … Toen stak het volk over, tegenover Jericho. Maar de priesters … stonden op het droge, in het midden van de Jordaan, onbeweeglijk. En heel Israël stak over …
Jozua doet wat de HEERE hem heeft gezegd. Eerst krijgt hij van de HEERE nog de bemoediging, dat Hij hem door een wonder groot gaat maken in de ogen van Israël (vs.7). Zij zullen erkennen dat Hij met Jozua is, net als met Mozes (vs.9).
Dan brengt Jozua Gods uitleg van het komende wonder over aan het volk: “de Levende God is in uw midden”! Hij zal alle vijanden geheel en al van voor uw ogen verdrijven! Zie maar: de ark van het verbond van de Heere, de Koning van heel de aarde, waarmee Hij in uw midden woont, gaat voor u uit de Jordaan in. God Zelf zal in de Jordaan voor u een pad maken richting het beloofde land.
Het volk moet langs de ark van de levende God trekken. Vandaar dat ze zich vooraf hebben moeten heiligen (vs.5). Ze moeten beseffen dat het alleen de HEERE is Die dit wonder voor hen doet. Zo worden Jozua en het volk met de priesters uitermate gesterkt door Gods evangelie.
Nu moeten ze eerst geloof tonen. Maar ook dat wordt door God uitgewerkt: de priesters komen aan bij het water van de brede Jordaan en dompelen hun voeten in het water, ja ze stappen het water in.
En juist dan gebeurt het wonder: het wordt droog onder hun voeten. Ze blijven daar op het droge in de Jordaan staan, onbeweeglijk, ook als vervolgens heel het volk langs de ark van het verbond van de HEERE over het droge pad de overzijde bereikt. Want zodra de voeten van de priesters in het water gingen, sneed God het Jordaanwater af.
Zo bewijst God hier de Almachtige te zijn, die heel de wereld regeert, trouw is aan Zijn verbond en Zijn kerk bewaart en doet overwinnen.
Het heeft ook ons veel te zeggen. Want God is ook in ons midden in Zijn Zoon, dé Immanuel, ‘God met ons’ (Matt. 28:20). In Hem zijn wij door het geloof overwinnaars en mogen eens de aarde beërven (Matt. 5:5).
Waarin zien wij nog wonderen van God?
Zingen: Ps. 77:6