Tweede deel van het eerste artikel “Zijn we sektarisch met een gesloten Avondmaalstafel?”
Door Prof. J. Geertsema.
(Vertaling S. de Marie)
3. Dr. F.L. Rutgers, “Advies voor de Kerken”
Het is ook goed om hier te luisteren naar Professor F.L. Rutgers. Hij schrijft in Kerkelijke Adviezen (Advies voor de Kerken), II, p.156 over de vraag, “is het toegestaan om leden van andere denominaties op dezelfde plaats toe te laten als gasten aan het Heilig Avondmaal?
Rutgers adviseert: “naar mijn mening kan en mag een Nederlands Hervormd persoon niet worden toegelaten tot het Heilig Avondmaal door een Gereformeerde kerkenraad, wanneer hij bezwaar maakt (om welke reden dan ook) om zich te onderwerpen aan het toezicht en de discipline van die kerkenraad, wat natuurlijk alleen kan gebeuren door lid te worden van de Gereformeerde Kerk [Cursief toegevoegd, J.G.]. Als er op een andere manier wordt gehandeld, wordt de toelating tot het Heilig Avondmaal overgeleverd aan willekeur en wanorde, en wordt er een beleid gevolgd waardoor de kerkenraad het enige middel verliest om het Heilig Avondmaal heilig te houden.”
Rutgers vervolgt: “Ik begrijp dat er verschillende motieven kunnen zijn die een ‘Nederlands Hervormd’, ‘Luthers’, ‘Baptistisch’ of ‘Rooms-Katholiek’ persoon aansporen om nominaal en formeel lid te blijven van de kerk waarmee hij spiritueel al gebroken heeft, zelfs als er een geïnstitueerde Gereformeerde Kerk is op de plaats waar hij woont, en zelfs als hij voelt dat hij bij die (Gereformeerde) Kerk hoort. Deze motieven kunnen familieomstandigheden zijn, angst voor financieel nadeel, enzovoort, die zeker ‘verzachtende omstandigheden’ zijn voor zijn kerkelijke ontrouw aan de Koning van de Kerk. Maar ze kunnen hem niet vrijpleiten.
Een kerkenraad mag naar mijn mening niet meewerken aan het versterken van zijn denkwijze. Dit zou zeker gebeuren als een persoon in zo’n verkeerde positie behandeld zou worden alsof zijn situatie niet abnormaal was.”
We merken op dat Rutgers strenger is dan Bouwman. Bouwman is van mening dat leden van andere denominaties die zich niet bij de Gereformeerde Kerk aansluiten, onder bepaalde omstandigheden kunnen worden toegelaten. Rutgers zegt: het kan niet. Het is fout. Het ondermijnt het recht en de plicht van de kerkenraad en het staat toe en werkt mee aan het voortzetten van een zondige, ontrouwe houding.
4. De Reformation Church in Blue Bell
Vorig jaar werd de Reformation Church in Blue Bell toegelaten tot het kerkverband van onze kerken. De lezer herinnert zich misschien dat ik uitgebreid citeerde uit een rapport dat de kerkenraad van deze kerk in eerste instantie uitbracht aan de kerken in Ontario Zuid.
Dit rapport behandelde de controverse in deze kerk die leidde tot haar verzoek om toegelaten te worden tot het kerkverband van de American and Canadian Reformed Churches. Dit rapport heeft ook een hoofdstuk over “Beperkte Avondmaalsviering”.
De Blue Bell Church was oorspronkelijk Orthodox Presbyteriaans. De vraag of de OPC een open, beperkte of gesloten Heilig Avondmaal moet hebben, speelde een belangrijke rol in de discussies. Daarvoor al scheidde de Tri-County Reformed Church of Maryland zich af van de OPC, voornamelijk vanwege de kwestie van het “bewaken ” van het Heilig Avondmaal. Volgens de Tri-County Reformed Church, evenals de Blue Bell Church, is de praktijk in de OPC te vrij. Een andere presbyteriaanse denominatie, de Reformed Presbyterian Church of North America, heeft naar mijn begrip de praktijk van een gesloten Tafel. Het laat zien dat niet alle conservatieve presbyteriaanse kerken hetzelfde denken en dezelfde praktijk hebben.
Het moet ons aanspreken wat de broeders van de Blue Bell Church zeggen in hun rapport over deze zaak. Het hoofdstuk over ‘Beperkte Avondmaalsviering’ volgt op dat over ‘Binding aan de belijdenis’. De broeders schrijven dat de twee zaken nauw met elkaar verbonden zijn. Met een citaat van James Bannerman, ‘The Church of Christ’, deel 1, blz. 297 e.v., zeggen ze: ‘Het is alleen door te blijven hameren op deze eenheid van belijdenis dat de ware eenheid van de kerk tot uiting komt.”
Ze schrijven ook: “Als het Gereformeerde geloof waar is, dan moeten niet alleen ambtsdragers, maar iedereen eraan vasthouden.” Hiermee zou iedereen het eens moeten zijn.
Vervolgens bespreken de broeders ‘Beperkte Avondmaalsviering’ en zeggen: “Op basis van het voorgaande is het ook duidelijk dat de Avondmaalsviering des Heren beperkt moet zijn tot hen die het ware Gereformeerde geloof belijden. De ‘Directory of Worship’ [van de OPC, J.G.] leert dat niemand tot het Avondmaal des Heren mag komen voordat hij publiekelijk zijn geloof heeft beleden (v. 4) en op dezelfde manier is toegang tot de Avondmaalsviering een van de rechten van het lidmaatschap (v. 5). Aangezien het dus Bijbels en belijdend is om te eisen dat degenen die lid van de kerk willen worden het ware Gereformeerde geloof belijden, is het vanzelfsprekend dat toegang tot de Avondmaalsviering ook beperkt is tot hen die het ware Gereformeerde geloof belijden.”
We lezen verder, “Men kan niet zeggen dat er mensen zijn buiten het zichtbare lichaam van Christus die toch recht hebben op het uiterlijke teken en zegel van het verbond. Noch kan men redeneren dat ‘leerbaarheid’ kwalificeert voor de Tafel. Ten eerste wordt ‘leerbaarheid’ niet in de Schrift gegeven als een voorwaarde voor toelating tot de Tafel. Ten tweede is nooit duidelijk gemaakt wat ‘leerbaarheid’ (of ‘oprechtheid’, of ‘christelijk karakter’, wat dat aangaat) inhoudt, noch kan dat worden gedaan, want het is een subjectief criterium. De Avondmaalsviering mag niet worden gebruikt om mensen te ‘winnen’, noch om de gemeenschap der heiligen te tonen aan hen met een andere belijdenis. De Avondmaalsviering is voor hen die de waarheid belijden.”
Het is duidelijk dat de broeders van Blue Bell schrijven tegen de opvattingen van degenen in het Presbyterium van Philadelphia in de OPC die hun tegenstanders waren en andere opvattingen hadden.
Ze schrijven ook, “De term ‘beperkte avondmaalsviering’ moet echter nauwkeuriger worden gedefinieerd. Beperkte avondmaalsviering moet niet worden verward met gesloten avondmaalsviering. De laatste vorm beperkt de toegang tot de Avondmaalsviering tot de leden van één gemeente; in de meest extreme vorm zou de avondmaalsviering beperkt worden tot hen die zich zonder te twijfelen uitverkoren weten en die hun uitverkiezing kunnen aantonen tot tevredenheid van de ouderlingen [We herkennen hier de praktijk van bijv. subjectivistische, Oud Gereformeerde kringen, J.G.].
Beperkte avondmaalsviering bewaakt de Avondmaalsviering niet op zo’n manier dat het hen die recht hebben om deel te nemen buitensluit. Integendeel, beperkte viering opent de Avondmaalsviering voor degenen die gerechtigd zijn om aan te gaan. Maar het opent de Avondmaalsviering door het volgen van het objectieve gebod van Christus en niet door verschillende door mensen gemaakte subjectieve criteria op te stellen.
Bij beperkte avondmaalsviering zijn de ouderlingen betrokken en gaat het om hun rechte uitoefening van de sleutels van het koninkrijk. De Avondmaalsviering staat niet open voor iedere individu; en het is niet aan het individu om te beslissen of hij al dan niet mag deelnemen. Dat is de taak van de ouderlingen. Het is hun plicht ervoor te zorgen dat allen die deelnemen aan de Avondmaalsviering voldoen aan de Bijbelse vereisten voor gemeenschap aan de Avondmaalstafel … De ouderlingen moeten ervoor zorgen dat ze het Woord van God handhaven. En dat doen ze door de Bijbelse criteria toe te passen: een belijdenis van de ware religie, een godvruchtig leven en lidmaatschap van een ware Kerk.
Dat wil zeggen, God heeft deze ordening aan de kerk toevertrouwd (WCF [Westminster Geloofsbelijdenis, J.G.] XXV. 3; XXIX. 1). Het Heilig Avondmaal mag dus niet worden bediend aan een individu ongeacht zijn verhouding tot de kerk, die het verbondsvolk van God is, verenigd in belijdenis van de ware Gereformeerde religie (WCF XXIV. 3; XXV. 2). Dat wil zeggen, het Heilig Avondmaal is alleen voor hen die deze ware Gereformeerde religie hebben beleden, deze belijdenis geloofwaardig hebben gemaakt in hun leven, en lid zijn in goede en regelmatige staat in de ware Kerk (1 Kor. 12:13; WCF XXIA. 1, XXX. 3.).
Deze woorden over de plicht van de ouderlingen met betrekking tot de toelating tot het Heilig Avondmaal tonen goed Gereformeerd denken en zouden onze volledige instemming moeten hebben. Het rapport zegt ook het volgende: “Bezwaren [tegen de drie hier boven genoemde criteria, J.G.] die hun uitgangspunt nemen in een leer van de onzichtbare kerk, of in een leer van de vereniging met Christus die is geabstraheerd van kerkelijk lidmaatschap, lopen vast op de rotsen van Deuteronomium 29:29 [vetgedrukt toegevoegd, J.G.].
Het argument dat ‘vereniging met Christus’ – dat wil zeggen als mystieke eenheid – voorwaarde is voor Avondmaalsgemeenschap vereist dat de ouderling in staat is het hart te lezen van de persoon die toelating vraagt.”
Hiermee rond ik dit overzicht af. Volgende keer hoop ik verder in te gaan op deze kwestie en tot een conclusie te komen. Maar ik kan nu al zeggen dat ik de laatste alinea die ik heb geciteerd uit het Blue Bell-rapport van het grootste belang vind. Houd deze woorden in gedachten.
Het standpunt van Blue Bell staat niet ver af van de gesloten Avondmaalstafel-visie die gangbaar was in onze kerkfederatie.
(wordt vervolgd)