by S. de Marie | 6 januari 2024 10:12
Nu volgt het tweede artikel van prof. J. Geertsema (eerste deel)
“Een gesloten Avondmaalstafel is geen bewijs van een sektarische geest, maar toont kerkelijke trouw” – Prof. J. Geertsema, Clarion Volume 35, Nr. 7, 4 april 1986
(Vertaling S. de Marie)
Het concept van de onzichtbare kerk als basis voor de afwijzing van de gesloten Avondmaalstafel
In het artikel in het vorige nummer zagen we dat er drie verschillende vormen zijn om het Avondmaal te vieren: de open Tafel, de beperkte Tafel en de gesloten Tafel.
De vraag is: moeten we een beperkte of een gesloten Tafel hebben. Die vraag is dringend, omdat het handhaven van een gesloten Tafel als sektarisch wordt bestempeld. Deze beschuldiging van sektarisme wordt niet alleen vandaag gehoord.
Professor H. Bouwman zegt hetzelfde in zijn ‘Gereformeerd Kerkrecht’ (Deel II, p. 558). Daar lezen we dat ‘eenheid in het kerkelijk leven eenheid in belijdenis en kerkelijke organisatie vereist. Anders is samenwerking praktisch onmogelijk. Er is een hogere eenheid, namelijk de eenheid in Christus. Een kerk in een bepaalde regio of land mag deze eenheid nooit uit het oog verliezen, want anders loopt ze het gevaar een sektarische kring te worden!’
Wanneer we analyseren wat Bouwman zegt, is het duidelijk dat de basis voor zijn spreken over ‘een hogere eenheid, namelijk de eenheid in Christus,’ de leer is dat er een onzichtbare kerk is, waartoe alle ware gelovigen behoren, allen die door een waar geloof in Christus zijn ingelijfd. Deze leer spreekt over de zichtbare en de onzichtbare kerk, over de kerk als instituut en de kerk als organisme als twee verschillende dingen.
Nauw verwant aan dit zicht op de kerk als zichtbaar en onzichtbaar is de leer van de pluriformiteit van de kerk. Het pluriformiteitsconcept stelt dat de onzichtbare Kerk van Christus zich op aarde in vele vormen (pluriform) zichtbaar manifesteert, namelijk in de vele verschillende plaatselijke en regionale kerkelijke instituten, dat wil zeggen in vele verschillende denominaties, die allemaal hun eigen speciale aspect van de waarheid van God hebben en benadrukken. Hierbij kan de ene zichtbare kerkvorm of denominatie iets zuiverder zijn dan de andere, maar ze zijn allemaal takken van de ene, wereldwijde, Kerk van Christus.
Volgens dit concept, deze denkwijze, is de onzichtbare kerk het ware lichaam van Christus; het is de kerk als een organisme, de wereldwijde, katholieke kerk. In dit lichaam hebben volgens dit concept alle ware gelovigen, allen die opnieuw geboren zijn en in Christus zijn ingelijfd, automatisch een plaats. Zij zijn de leden ervan. Dit is dan de ware Kerk van Christus. Het is in deze onzichtbare kerk dat we de ‘hogere eenheid in Christus’ hebben.
In de redenering van Bouwman hebben we aan de ene kant een zichtbare kerkelijke organisatie. Deze zichtbare, geïnstitutionaliseerde kerk heeft een belijdenis en een kerkelijke organisatie nodig (bijvoorbeeld met een kerkenraad en bredere vergaderingen) voor haar goede functioneren.
Met andere woorden, zo’n belijdenis en organisatie zijn essentieel voor het functioneren van de zichtbare kerk, maar ze zijn niet essentieel voor de kerk als zodanig. In deze zichtbare kerk hebben de gelovigen natuurlijk ook deze hogere eenheid in Christus, maar ze hebben ook een eenheid in belijdenis en organisatie. Impliciet is de laatste een eenheid op een lager niveau, omdat de ‘hogere eenheid’ de eenheid in Christus is. En deze hogere eenheid bestaat dan ook buiten de muren van de denominatie. Het is de ‘hogere eenheid’ in de onzichtbare kerk. Voor deze hogere eenheid in Christus is eenheid in belijdenis en organisatie niet essentieel. Het zou mooi zijn, zelfs wenselijk, maar het is niet echt noodzakelijk.
Het is gemakkelijk te begrijpen dat binnen dit concept van pluriformiteit van de kerk en van een onzichtbare kerk met zijn ‘hogere eenheid in Christus’ een gesloten Tafel niet past en het label ‘sektarisch’ krijgt. Een gesloten Tafel moet volgens deze logische consequentie in deze denkwijze worden gezien als een ontkenning van die ‘hogere eenheid in Christus.’
Is dit onzichtbare kerkconcept met zijn ‘hogere eenheid’ de juiste benadering?”
Door de Vrijmaking, onder leiding van Professor K. Schilder en anderen, hebben we geleerd dat onze belijdenis niet spreekt over een onzichtbare kerk als het totale aantal uitverkorenen of wedergeborenen naast of tegenover het zichtbare kerkelijke instituut. We hebben geleerd dat we moeten afwijzen om in termen te denken van, en te werken met, de onderscheidingen van de kerk als organisme en de kerk als instituut, van een onzichtbare kerk en een zichtbare kerk, als twee verschillende entiteiten. We hebben geleerd dat de Schrift zelf niet in deze onderscheidingen spreekt.
De Schriften leren dat de kerk op aarde bestaat uit levende, zichtbare mensen die zich zichtbaar verzamelen in zichtbare bijeenkomsten. De Schrift maakt ook onderscheid tussen ware en valse profetie, en daarmee tussen een kerk die de waarheid handhaaft zoals geopenbaard en een kerk die valse leer volgt. De Schrift waarschuwt zeer sterk tegen valse leer en afwijkingen.
De Apostel Paulus, geïnspireerd door de Geest van Christus, spreekt zijn “vervloeking” uit over degenen die een evangelie prediken dat verschilt van het zijne (Gal. 1:8). Hij gebiedt de gelovigen in Rome om “hen, die verdeeldheid en aanstoot veroorzaken, in strijd met het onderricht dat gij hebt ontvangen, te ontwijken” (Romeinen 16:17).
Deze woorden van de apostel bevatten het inherente gebod van scheiding. Dezelfde plaats en rechten geven aan afwijkingen van de waarheid in de kerk als aan de waarheid zelf, is duidelijk ongehoorzaamheid aan de Heer van de kerk. De kerk is gebonden aan de normen van Christus voor het verzamelen en behouden van de kerk.
Dit normatieve spreken van de Schriften wordt gevolgd in onze Geloofsbelijdenis, Art. 28, 29. En het was de winst van de Vrijmaking in 1944 dat dit normatieve spreken van Schrift en belijdenis weer duidelijk werd gezien, in lijn met de Reformatie in de 16e eeuw en de Afscheiding in 1834. We hebben geleerd dat kerkelijk lidmaatschap geen kwestie van smaak moet zijn, maar van geloof, dat wil zeggen, van gehoorzaamheid in liefde aan de heilige wil van God; gehoorzaamheid in liefde aan de normen van Christus voor het verzamelen van de kerk in waarheid. We hebben geleerd dat het belangrijk is om te handhaven dat zij die “zich afzonderen van de [zichtbare, ware] kerk of er niet bij horen, handelen tegen de instelling van God” (Art. 28).
Voor degenen die de Reformatie, of de Afscheiding, of de Vrijmaking volgden, was kerkelijk lidmaatschap een kwestie van gehoorzaamheid aan het Hoofd van de Kerk. Tegelijkertijd was het voor hen een kwestie van gehoorzaamheid aan het Tweede Gebod: de HERE dienen en aanbidden in overeenstemming met Zijn geopenbaarde wil. Deze gehoorzaamheid van geloof aan Gods eis in Zijn Tweede Gebod is achtergrond en doel in de Artikelen 28 en 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Een ware kerk die “zichzelf bestuurt volgens het zuivere Woord van God, alles verwerpend wat daarmee in strijd is en Jezus Christus als enige Hoofd beschouwend,” is een kerk die deze eis serieus neemt. Niet toetreden tot, of zich terugtrekken uit, de ware kerk is handelen tegen de instelling van God, vooral zoals dat tot uitdrukking komt in hetzelfde Tweede Woord van het verbond.
Het is duidelijk dat onze belijdenis, zoals zij spreekt in Art. 28 en 29 en zoals zij gebaseerd is op Gods Woord, ook moet worden gehandhaafd en toegepast in de kwestie van het Avondmaal des Heren en wie toegelaten kan worden.
Het is daarom zo’n hartverwarmend, vreugdevol iets om te lezen in het rapport van de broeders van de Blue Bell Church dat zij deze gehoorzaamheid aan de Schriften willen naleven, in trouw, vasthoudendheid aan de belijdenis, ook op het punt van de viering van het Heilig Avondmaal, en daarom de Avondmaalsgemeenschap beperken tot “hen die deze ware Gereformeerde religie hebben beleden, deze belijdenis geloofwaardig hebben gemaakt in hun leven, en lid zijn in goede en regelmatige staat in de ware kerk.” Hier worden de normen uitgedrukt in Art. 28 en 29, en gebaseerd op onder andere het Tweede Gebod, serieus genomen.
(wordt vervolgd)
Source URL: https://www.bouwen-en-bewaren.nl/2024/01/06/waarheid-en-recht-als-grond-voor-eenheid-6-niet-gesloten-avondmaal-3/
Copyright ©2025 Bouwen en Bewaren unless otherwise noted.