Waarheid en recht als grond voor eenheid – 13 – Pluriformiteit (2)

by S. de Marie | 9 februari 2024 12:00

Hieronder volgt een vervolg van de brief die Deputaten BBK in 2013 schreven aan de CanRC synode Carman 2013 (Acta GS Groningen 2014, pag. 232-242).

Gronden voor vereniging met een ander kerkverband
De eerste voorwaarde voor eenwording die in de brief is genoemd, is het delen van het ware fundament van de Heilige Schrift en de gereformeerde belijdenisgeschriften. Hieraan moet worden voldaan vooraf aan alle activiteiten richting eenwording. Dat geldt dus niet alleen Art. 28 NGB, maar ook art. 29 NGB. Alle kenmerken van de ware kerk dienen wederzijds erkend te zijn.Dat moet ‘nauwgezet en met grote zorgvuldigheid’ gebeuren (art. 29 NGB).

Ook de belijdenis in de korte samenvatting van art. 29 NGB geldt, namelijk dat de betrokken gemeente ‘zich richt naar het zuivere Woord van God en alles wat daarmee in strijd is verwerpt en Jezus Christus erkent als het enige Hoofd.’ Dat wijst op het daadwerkelijk handhaven van de waarheid.

De leringen kunnen niet worden afgedaan als ‘minder zuiver’ zoals vaak wordt bepleit met een beroep op de Presbyteriaanse Westminster Confessie. Een gereformeerde kerk is gebonden aan zijn eigen belijdenis. Als tijdens de contacten moet worden vastgesteld dat het fundament van de andere kerk niet helemaal zuiver is, zal deze kerk eerst moeten worden opgeroepen tot reformatie.
Ware kerk zijn betekent niet dat de kerkleden zelf altijd zuiver zijn in hun denken en handelen. Wij zijn allemaal zondaars, en dus niet zuiver. Maar het fundament van de ware kerk van Christus moet het onaangetaste Woord van God zijn. Zo kunnen dwalende leden worden vermaand overeenkomstig het ware en zuivere fundament.
Alles wat daarmee in strijd is, moet worden verworpen zoals het de ware kerk van Christus betaamt. Wanneer dwalingen worden getolereerd binnen de kerk, wordt Christus niet langer gevolgd als het enige Hoofd.

Openbaring 2 en 3 worden vaak geciteerd om bestaande onzuiverheden in het fundament van een kerk te verdedigen. Maar dit beroep gaat voorbij aan de vermaningen in deze brieven die Christus ‘Geest tot ‘minder zuivere’ kerken doet uitgaan. Het negeert ook de beloften en bedreigingen die Hij verbindt respectievelijk aan gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid aan Zijn geboden.

In de brief werd toegestemd dat de kerken waarmee de CanRC een kerkelijke EF-relatie heeft, in vele opzichten een gezonde visie tonen. Maar dat is niet genoeg. Deze kerken moeten er ook blijk van geven dat zij alle vormen van dwalingen en afwijkingen van het zuivere Woord van God verwerpen.
Als dergelijke afwijkingen worden herkend, is de eerste noodzaak en plicht om dit met hen te bespreken en tot bekering op te roepen, voordat verklaard wordt dat zij ware kerk zijn en het proces van eenwording wordt gestart. Natuurlijk vereisen deze kerkelijke contacten geduld en doorzettingsvermogen, maar ze mogen nooit leiden tot onschriftuurlijke tolerantie ter wille van eenheid.

De gevolgen van onzuiverheid en tolerantie
Het aangaan van een kerkelijke relatie (EF) zonder dat echt wordt voldaan aan alle kenmerken van een ware kerk, heeft grote gevolgen. 
De OPC blijkt geen problemen te hebben met baptisten om deel te nemen aan hun viering van het Heilig Avondmaal. De OPC schrijft dit op haar officiële website (zie nr. 10 van deze reeks artikelen)
Blijkbaar is het verschil van haar leer met die van baptisten niet een kwestie van afwijking van de Waarheid. De site verbindt haar standpunt hierover met haar leer van de onzichtbare kerk.

Volgens de website van de OPC kan de grond voor gemeenschap worden samengevat in de volgende soort ‘kernbelijdenis: ‘Als ze hun hoop op Christus stellen om hen te redden van hun zonden.
We citeren (www.opc.org/qa.html?question_id=482):
Hier is echte en actieve eenheid in de waarheid. Onwaarheid kan nooit eenheid brengen, maar de waarheid zal dat altijd doen. Of we nu al dan niet organische, werkelijke, zichtbare eenheid onder kerken zien, zelfs onder gereformeerde kerken, aan het gebed van Christus wordt beantwoord, wanneer ik een andere broeder of zuster ontvang omdat ze dezelfde Heer en Redder erkennen als ik doe. Ik heb gemeenschap met hen, zelfs als we het niet eens zijn over doop of kerkregering, of zelfs als ze geloven dat Jezus Christus alleen stierf voor degenen die de Vader hem gaf. Als ze hun hoop maar op Christus stellen om hen te redden van hun zonden, hebben we ruimte om te beginnen vorm te geven aan onze eenheid van het geloof in de band van de vrede (Ef. 4: 01 ev). “
(
Www.opc.org/qa.html?question_id=482 (klik op de link om naar de OPC-website).

We kunnen niet anders dan vaststellen dat deze visie van de OPC op geen enkele wijze recht doet aan de waarheid van de Heilige Schrift. Ze is niet in overeenstemming met de Drie Formulieren van Eenheid wat betreft de ware leer van de katholieke kerk (zichtbare kerk), het verbond (doop), de sacramenten (Heilige Doop en Heilig Avondmaal) en de tucht.

Deze visie geeft ruimte aan het aanvaarden of verdragen van ernstige dwalingen waaronder de leer van de wederdopers en van het remonstrantisme. Het minimaliseert ook de ware en volkomen leer van de zaligheid tot een ‘kerngeloof’. Wat wij geloven en belijden met betrekking tot deze gevaarlijke opvatting is zo duidelijk beleden in Heidelbergse Catechismus zondag 27, en art. 34 NGB, waarin de leer van de wederdopers specifiek als dwaling wordt verworpen.

Langs dezelfde lijnen schreef één van de CanRC predikanten (Ds. James Visscher) in Clarion in 1987 over doop en anabaptisme: 
      De Doop deelt de beloften van God mee, maar het deelt ook de eisen van God mee. Zij roept allen die gedoopt zijn, wanneer zij hun jaren van onderscheid bereiken, op om de Here aan te hangen met geloof, hoop, liefde en gehoorzaamheid. Als men dit niet doet, gaat het verbond niet teniet, het doet iets ernstigers: het ontketent de vervloekingen van het verbond (vgl. Deuteronomium 29).
Samenvattend zeggen we over de anabaptistische opvatting: Met het uitsluiten van de kinderen van de gelovigen van de doop komt men in strijd met het hele karakter van Gods voortgaande openbaring;

  • Het voedt het individualisme en weigert om het bijbelse onderwijs te erkennen van verbondsgemeenschap;
  • Het ondermijnt de eenheid van het Woord van God en het volk van God door of tussen besnijdenis en doop een wig te drijven, of anders door de betekenis van de besnijdenis te verdraaien;
  • Als gevolg daarvan maakt het God tot een God van de sterke, de rijpe, de begaafde, de volwassene, maar trekt in twijfel of Hij ook is de God van de heel jonge kinderen, de verstandelijk gehandicapten, en al degenen die om een ​​of andere reden niet voldoen aan het eerste vereiste van geloof;
  • Het benadrukt het persoonlijke door iets in de mens tot het eerste vereiste voor de doop te maken.’

                                                                                                                   (wordt vervolgd)

 

Source URL: https://www.bouwen-en-bewaren.nl/2024/02/09/waarheid-en-recht-als-grond-voor-eenheid-13-pluriformiteit-2/