by T.L. Bruinius | 4 mei 2024 06:01
Interessant
Allereerst bedanken we ds. Visser voor zijn interessante aanvulling op onze artikelen. Dat met name prof. A. Kuyper en prof. L. Lindeboom voorstanders waren van het vrouwenstemrecht was ons bekend. We verwezen daar in onze artikelen[i] heel kort naar, zonder hun namen te noemen, in de zinsnede “Toch kwam in de jaren twintig van de vorige eeuw, na wat ritselingen aan het einde van de negentiende eeuw, met enige kracht de vraag naar het invoeren van het vrouwenstemrecht in de kerken naar voren.” Met die “ritselingen” doelden we o.a. op de mening van Kuyper en van Lindeboom. Misschien is “ritselingen” een wat “klein” woord voor de visie van deze zeer te respecteren voorgangers. Maar schrijven is jezelf beperken. En we kozen er voor om Kuyper en Lindeboom niet te bespreken omdat het in onze opzet niet nodig was. De particuliere meningen van deze hoogleraren hebben namelijk niet geleid tot kerkelijke besluitvorming. Het bléven particuliere meningen.
Te grote woorden?
Ds. Visser waarschuwt in zijn artikel (elders in deze rubriek) tegen het spreken van te grote woorden op grond van het feit dat we concluderen dat vrouwenstemrecht iets is wat volgens Gods Woord niet mag.
Te grote woorden spreken, dat geeft aan dat iemand dingen zegt of schrijft die hij niet voldoende kan gronden. Conclusies die eigenlijk niet getrokken zouden mogen worden. Het geeft aan: houd u een beetje in, wees wat voorzichtiger, je conclusie is te stellig.
Nu is dat uiteraard heel goed mogelijk. Maar dan moet ook die waarschuwing goed onderbouwd zijn. Voorzien van goede argumenten.
Is dat hier het geval?
Gereformeerde theologen
Als we het schrijven van ds. Visser goed lezen, dan is zijn énige grond voor zijn waarschuwing het feit dat gerespecteerde gereformeerde theologen voor het vrouwenstemrecht waren. Maar we menen dat het enkele feit, dat deze mannen gereformeerde theologen waren, eigenlijk niets zegt. Er zijn veel meer theologen in de kerkgeschiedenis die we zeer respecteren en van wiens werken en uitspraken we graag gebruik maken. Toch is ook op, om maar enkele te noemen, prof. J. Kamphuis, Prof. K. Schilder, prof. S. Greijdanus, of wat verder van huis, Helenius de Cock en zelfs op Johannes Calvijn, kritiek te oefenen.
Punt is dat alleen het noemen van vooraanstaande namen onvoldoende grond is om te waarschuwen voor te grote woorden. Een “grote naam” kan niet doorslaggevend zijn. Uiteindelijk gaat het om de inhoud, om de argumenten die deze broeders aandragen in de discussie. Ds. Visser geeft van die argumenten iets weer maar dat is niet de kern van zijn waarschuwing. Het gaat om het feit dat Kuyper en Lindeboom vooraanstaande gereformeerde theologen waren. Wij menen dat dit feit op zich geen reden kan zijn om bepaalde conclusies te trekken.
(Ds. Visser noemt wel enkele zaken die Kuyper en Lindeboom naar voren brachten maar we gaan nu niet discussiëren met deze beide geleerden. In onze artikelen hebben we, zo menen we, de aangeroerde zaken voldoende besproken. En dat is ook niet het punt waar het om gaat.)
Kerkelijke uitspraken
Bovendien zijn onze wellicht te grote woorden niet alleen die van ons. We menen dat we volledig spreken in de lijn van meerdere synodes. In de lijn van de besluiten van de kerken. Als laatste Generale Synode sprak GS Mariënberg over het vrouwenstemrecht.
“A.4.2.
Gods Woord leert dat in de gemeente de vrouw geen overwicht mag hebben, niet mag beslissen over een man ( 1 Tim. 2:12). Zij moet in de gemeente onderdanig, “ondergeschikt” blijven, dat is:
zich schikken onder de door de Here ingestelde orde ( 1 Kor. 14:34-36,40; 1 Tim. 2:11-15). Het geven van een (mee-beslissende) voorkeurstem bij de verkiezing van ambtsdragers is niet in overeenstemming met de plaats en taak, die de Here aan de zusters in de gemeente heeft verleend. De zusters zullen zich bij voorbaat gewillig conformeren aan de meerderheidskeuze van de broeders bij de stemming voor ambtsdragers.”[ii]
Een duidelijke uitspraak. Gods Woord geeft aan dat vrouwenstemrecht niet in overeenstemming is met de Schrift. Aan die uitspraak zijn onze kerken (DGK) gebonden.
Te grote woorden?
Mariënberg verwijst naar de belangrijke GS Groningen-Zuid 1978.
Die synode overwoog en sprak uit:
“4. dat het niet in overeenstemming is met de positie van onderdanigheid die de Schrift aan de vrouw in de gemeente geeft (1 Kor. 14 : 34-36, 1 Tim. 2 : 11-15), haar in deze een eigen zelfstandige beslissende stem toe te kennen;
zij spreekt uit:
dat op grond van deze oordelen ten aanzien van het deelnemen van de zusters der gemeente aan de verkiezing van ambtsdragers de regel die onder meer door de generale synode van Arnhem 1930 (Acta art 200 besluit 1) is gehandhaafd, niet gewijzigd dient te worden;”[iii]
Ook hier: de Schrift is bepalend voor oordeel en uitspraak.
Nogmaals: te grote woorden?
Duidelijk mag zijn dat we de waarschuwing van ds. Visser niet terecht achten. Met onze afsluitende conclusie in “Blijf in uw roeping 7” zijn we in de lijn van de kerkelijke besluitvorming. Dat zijn geen te grote woorden. Daar doen ook de uitspraken van GS Ommen en GS Berkel en Rodenrijs niets aan af; die zijn op Schriftuurlijke gronden verworpen.
Is iemand van mening dat ook Groningen-Zuid en Mariënberg wellicht te grote woorden spraken, dan zal dat in de kerkelijke weg aan de orde moeten worden gesteld. Tot zolang blijft onze conclusie staan.
[i] ‘Blijf in uw roeping 6’ website Bouwen-en-bewaren – artikel van de week, 30 maart 2024
[ii] Acta GS Mariënberg, art. 25, II A.4.2.
[iii] Acta GS Groningen-Zuid, artikel 287.
Source URL: https://www.bouwen-en-bewaren.nl/2024/05/04/te-grote-woorden/
Copyright ©2025 Bouwen en Bewaren unless otherwise noted.