by T.L. Bruinius | 1 juni 2024 06:00
Over de gereformeerde predikantenopleiding de eeuwen door
Hoe werd er op de Nationale Synode van Dordt gesproken over de theologische studie? En wat werd er besloten?[i]
Zorg over de studenten
Over de theologische faculteiten in Leiden, Franeker en Groningen is op die belangrijke synode niet gesproken. Wel over de studenten. Dat het belangrijk was blijkt wel uit het feit dat er zo’n anderhalve dag over gesproken werd.
De zorg over de opleiding en het leven van de studenten werd op de synode ingebracht door de afgevaardigden uit Zeeland. Zij deden een groot aantal voorstellen, waaruit valt op te maken dat er m.b.t. de studenten veel mis ging. En dat er blijkbaar nogal wat gebreken kleefden aan hun opleiding.
Toezicht
Allereerst wordt voorgesteld dat er in alle gewesten gericht zal worden gekeken naar jonge mannen die geschikt zijn om naar de universiteiten te zenden. Dat moet al beginnen met aandacht te hebben op de ‘kleine scholen’ (basisschool). Kinderen die geschikt lijken moeten op kosten van de overheid verder onderwezen worden. Met daarbij de aantekening dat de ‘rijken’ vermaand moeten worden bekwame kinderen op eigen kosten een goede opleiding te laten volgen. Zodat de scholen ‘publieke plantsoen-hoven zijn, waaruit tot de bediening van het predikambt zoodanigen genomen worden, zo menigmaal er nood zal wezen.’ Bedenk wel dat in die tijd nog heel veel kinderen niet of maar heel kort naar school gingen.
Ook werd voorgesteld dat er in iedere provincie instanties werden opgericht om de jonge mannen, eenmaal toegelaten tot de ‘Academiën of Hoogescholen’ te begeleiden. De studenten moeten efficiënt studeren. Ook zal er toegezien worden op hun ‘leven en zeden’. “Want al te grote vrijheid heeft velen in de Academiën bedorven’.
En het moet gaan om gezònde jonge mannen, gelet op de zwaarte van het predikantschap!
Meelevende belijdende leden
Ook stellen de Zeeuwen dat theologische studenten belijdenis van het geloof moeten hebben gedaan, dat ze actieve leden zijn van de gemeente, de erediensten bezoeken en deelnemen aan het Heilig Avondmaal. En de predikanten van de gemeenten moeten extra aandacht voor de studenten hebben. Herkenbaar? Is dat niet de lijn die nog altijd in de Gereformeerde Kerken wordt gevolgd?
Studieduur
Ook de noodzakelijke duur van de studie wordt aan de orde gesteld. Het kan niet zo zijn dat iemand de theologische studie in een of twee jaar kan doen; dan gaat er iets fout. Aan te bevelen is vijf of zes jaar. En dat moet verplicht gesteld worden. ‘Want, gelijk de onbedachtzaamheid sommiger jongelieden groot is, die nauwelijks twee jaren in de Academie doorgebracht hebbende, naar het predikambt durven staan, alzoo is ook de manier van doen niet te prijzen dergenen, die schier al hun leven in de Academiën verslijten, en ook al te laat tot den heiligen dienst geraken.’
In prachtig oud-Nederlands lezen we hier het probleem: denken dat je met een of twee jaar studie wel klaar bent om predikant te worden. En aan de andere kant het probleem van de ‘eeuwige student’.
Ook adviseren de afgevaardigden dat de studenten ieder jaar rekenschap geven van hun vorderingen aan de kerken en aan hun ouders. Wie denkt niet aan de jaarlijkse presentaties van onze studenten vandaag?
Examen
Als studenten hun studie voltooid hebben, moeten ze een getuigschrift laten zien aan de kerk(en) waar ze een beroep van krijgen en voor ze gaan oefenen in het voorgaan en preken in de praktijk moeten ze een preparatoir examen afleggen. Nog steeds kennen we dat examen. Studenten moeten dat examen met goed gevolg afleggen voor de classis van de kerk waar ze wonen, voordat ze beroepbaar kunnen worden gesteld. (Niet te verwarren met het zgn. peremptoir examen, dat afgelegd wordt in de classis waaruit een beroep is aangenomen, voorafgaand aan de bevestiging.)
Interessant is ook dat erover gesproken wordt dat de studenten niet alleen onderzocht moeten worden over hun kennis van de leer van de kerk maar ook of zij in staat zijn om ‘de zeden der menschen’ en de ‘deugden’ te onderwijzen. Daarbij wordt verwezen naar II Timotheüs 3: 16 en 17: “Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.”
Daar gaat het om. Leren maar ook toerusten hoort bij het werk van de toekomstige predikanten.
Duidelijk is dat de Zeeuwen de kwaliteit van de opleiding en van de a.s. predikanten willen verbeteren en kerkelijk borgen.
Preken?
Belangrijk vond de synode ook dat de a.s. predikanten gelegenheid krijgen om voor hun ambt te oefenen. In dat verband kwam de vraag aan de orde of ze aan het eind van hun studie al mogen preken. Dat de studenten zich meer moeten oefenen in het preken, en dat ze daarvoor nauw contact moeten hebben met ervaren predikanten, daar was men het wel over eens. Maar echt voorgaan in een dienst? Men vond het wel goed dat de studenten in hun gemeente als voorlezer (een functie die wij niet meer kennen) zouden optreden. Dat was een goede oefening. Maar zelf het Woord bedienen ….
Uiteindelijk nam de synode over deze vraag gen echt besluit. Het werd overgelaten aan de wijsheid van de betreffende kerkenraden en classes. Bij een beschrijving van de Dordtse Synode kwamen we tegen dat dit ongetwijfeld te maken had met een voorzichtige opstelling naar de overheid, die meende dat ze zeggenschap had over dit soort zaken.[ii] Dat gold overigens voor meerdere voorstellen uit Zeeland.
Sacramenten
Wel was de synode volstrekt duidelijk over de vraag: mogen studenten de Doop bedienen? Nee, sprak de synode uit. Dat kan niet. Dat komt alleen toe aan hen die al tot de heilige dienst zijn toegelaten. Wij zouden zeggen: die al bevestigd zijn. En dat gold ook voor de bediening van het Avondmaal. Dopen en Avondmaal bedienen zou in strijd brengen met de gereformeerde ambtsleer.
Gemeentestage
Positief oordeelde de synode over de vraag of a.s. predikanten vergaderingen van kerkenraden en classes mogen bijwonen. Ja, dat is een goede en leerzame zaak. Wel moet het gaan om studenten die al aan het eind van hun studie zijn. En ze moeten zich bescheiden opstellen. Oefenen in het pastoraat in de gemeente vinden de afgevaardigden wel een noodzaak. En ze moeten zich op de universiteit bekwamen in de ‘practische theologie’. Dat zijn nu de ambtelijke vakken: pastoraat, diaconaat, liturgiek, preekkunde en catechetiek.
Tegenwoordig kent onze opleiding een zgn. ‘gemeentestage’, waarin het oefenen in de praktische aspecten van het predikantschap is opgenomen, aan het einde van de studie.
Aanbevolen
Zoals gezegd, al deze zaken werden niet in besluiten aan de kerken voorgelegd. Ze werden aanbevolen. Toch heeft de beraadslaging over de studenten in de theologie zegenrijk gewerkt. Vandaag zien we ook de meeste aandachtspunten terug in onze eigen Opleiding tot de Dienst des Woords. De fundamenten daarvoor werden al gelegd op de Dordtse Synode.
(wordt vervolgd)
[i] Acta of Handelingen der Nationale Synode te Dordrecht, 1618 en 1619, opnieuw uitgegeven bij Den Hertog, z.j., achttiende, negentiende en twintigste zitting. Alle citaten tussen aanhalingstekens komen uit deze acta.
[ii] De Synode van Dordrecht 1618 en 1619, dr. W. van ’t Spijker e.a., Den Hertog, 1987, pag. 168
Source URL: https://www.bouwen-en-bewaren.nl/2024/06/01/voor-christus-en-de-kerk-2/
Copyright ©2025 Bouwen en Bewaren unless otherwise noted.