Over de gereformeerde predikantenopleiding de eeuwen door
Hoe leerden de studenten nu theologie bedrijven en te preken?
Uitwassen
Op de theologische opleiding gaat het er o.a. om de resultaten van de theologische studie toe te passen in de prediking en in de pastorale arbeid. Hoe kunnen de theologische wetenschap en het geloof en leven uit het geloof praktisch met elkaar verbonden worden? Hoe kan het verband zichtbaar worden tussen de theologie en de ‘oefening van de godsvrucht’?
We zien heel veel trouwe Schriftuurlijke verkondiging. Maar er zijn in de zeventiende eeuw ook uitwassen zichtbaar. Door wetenschappelijk redeneren werden talloos veel kleine leerstelligheidjes geponeerd, niet rechtstreeks ontleend aan de Bijbelse openbaring maar daarvan afgeleid via menselijk redeneren. Professoren en predikanten beijverden zich vaak om die redenerinkjes met veel vuur te bespreken en te bediscussiëren. En dat soort discussies, waarvan je achteraf kunt zeggen dat ze eigenlijk geen enkele waarde hadden voor het geloof, kwamen ook terecht bij de studenten. Het beoefenen van de theologie sloeg hier en daar door.
Het vervelende was dat hoogleraren en predikanten die deze lijn volgden in de theologie, vaak erg dogmatisch en leerstellig preekten. Ze legden theologische waarheden uit op de kansel. Het is goed dat de Bijbelse leer aan de gemeente wordt onderwezen. Niet voor niets besloot de Synode van Dordt dat er iedere zondag gepreekt moest worden uit de Heidelbergse Catechismus. Dat besluit staat nog steeds, vierhonderd jaar later. Maar ….. het leidde er toe dat vaak de gemeente onvoldoende de roeping van het leven in het Verbond werd voorgehouden. Dat de oproep tot geloof en bekering onvoldoende werd gepredikt. Eenzijdige nadruk op de leer, en veronachtzaming van het leven in het Verbond.
Stromingen
Ja, en dan zijn er ook nog op een andere manier stromingen te onderscheiden in de gereformeerde theologie van de zeventiende eeuw. We hopen dat we u er niet mee vervelen, we proberen te schetsen in wat voor klimaat, in wat voor sfeer de studenten toen werden opgeleid.
In het ‘Handboek Nederlandse Kerkgeschiedenis’ [i] worden drie stromingen onderscheiden.
In 1625 verscheen er een soort beschrijving van de gereformeerde leer. Geschreven door theologen van de Universiteit van Leiden. De schrijvers gingen uit van de besluiten van de synode van Dordt. Decennia lang was dit een belangrijk leerboek, een handboek voor studenten theologie. Wilt u de titel weten? Schrik niet, alles werd toen nog gepubliceerd in het latijn: Synopsis Purioris Theologiae. Een synopsis is een beknopte samenvatting, een systematisch overzicht van de belangrijkste punten. In dit geval van de gereformeerde leer. Puriosis heeft te maken met zuiver. Dus een overzicht van de zuivere godgeleerheid. Meer dan twee eeuwen is dit boek gebruikt. En het is nog verkrijgbaar.
In dit boek wordt de gereformeerde leer beschreven. Maar wel op een milde, gematigde manier. Het remonstrantisme, de leer van Arminius waartegen de Dordtse Leerregels opgesteld zijn, wordt bijv. niet uitgebreid weerlegd.
Daarin wordt de eerste stroming zichtbaar. Gereformeerd maar niet fel, gematigd.
Een tweede stroming vormden theologen met een wat bredere visie. Ze namen ruimere standpunten in over het christelijk leven. Bijv. over de viering van de zondag. En over de invloed van de overheid.
Voetius
Een derde stroming is te zien in het werk van Gijsbertus Voetius en gelijkgezinden. Voetius was hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. Hij is van grote betekenis geweest voor de kerken. O.a. in zijn onderwijs over kerkrecht en kerkmuziek.
Voetius streefde er naar om de theologie op een zuivere manier te verbinden met de praktijk van het christelijke leven. In het aangehaalde boek wordt dat genoemd: scholastiek-syncretisch. De resultaten van de meer of minder scholastieke, systematisch redenerende theologie werden samengevoegd met de praktische consequenties van de Bijbelse waarheid, het leven van de christen iedere dag.
Voetius was van mening dat de theologie niet op zichzelf staat maar díenstbaar moet zijn. Dienstbaar aan het godvruchtig leven. Wetenschap in dienst van de vroomheid.
Hij was er van overtuigd dat de kerk, dat de predikanten niet konden volstaan met het meedelen en verklaren van de gereformeerde leer, hoe goed ook, maar dat de verkondiging de mensen in het hart moest raken. Dat de leden van de kerk werden opgeroepen en ernstig vermaand tot daadwerkelijke dagelijkse bekering. Tot een godvruchtig, christelijk leven. Waarin gelovige kinderen van de HERE, vertrouwend op Zijn beloften, zich inspannen voor een leven in dankbaarheid.
Die aanpak leidde tot praktische, vermanende en bemoedigende prediking. Dat was in de zeventiende eeuw hard nodig. Het geloofsleven was bij velen erg oppervlakkig. Het besef dat geloof betekent dat je een ander mens wordt en een ander leven moet leiden ontbrak bij zeer velen. Er was buitengewoon veel ontrouw in de kerkgang, drankmisbruik, zondagsontheiliging (vaak actief toegelaten door de overheid), meedoen aan puur werelds vermaak, enz.
Het op zondag gepredikte Woord vond weinig weerklank en leidde onvoldoende tot een godvruchtig leven. Daarin probeerde ‘de school’ van Voetius te voorzien.
Voetius was hoogleraar en leidde veel studenten op. Ook in de theologische opleiding in de zeventiende eeuw zien we, menen we, arbeid ‘voor Christus en de kerk’.
En in zijn werk lukte het Voetius inderdaad om leer en leven op een goede en evenwichtige manier met elkaar te verbinden. Hij kreeg heel veel invloed. Hoewel hij ook veel kritiek en tegenstand ondervond. Als professor aan de theologische faculteit in Utrecht kreeg hij veel volgelingen. Bekende theologen uit de zogenaamde ‘school van Voetius’ zijn bijvoorbeeld Hoornbeeck en Van Lodenstein. Geliefde oudvaders in reformatorische kringen.
Het betekende wel dat er verschillen in de opleiding ontstonden tussen Utrecht en bijv. Groningen en Amsterdam.
Belangrijk is ook dat Voetius een van de grondleggers genoemd kan worden van de zgn. ‘Nadere Reformatie’. Maar dat is een onderwerp apart, daar zullen we in het kader van deze artikelen niet nader op ingaan.
In een volgend artikel willen we aandacht vragen voor de invloed van verlichting en rationalisme op de theologie.
(wordt vervolgd)
[i] J. Selderhuis (red.), Handboek Nederlandse Kerkgeschiedenis, tweede herziene editie, Kok, Kampen, 2006, pag. 473 e.v.
