LEZEN: Matt. 10:22-33
… en Achab ging Elia tegemoet. En het gebeurde, toen Achab Elia zag, dat Achab tegen hem zei: Bent u diegene die Israël in het ongeluk stort? – 1 Kon. 18:16b-17
Dát is nu Achabs reactie op Gods verbondsgericht. Hij ziet niet in dat Jahweh’s gericht over Zijn volk, het volk wil terugbrengen bij Zijn verbond met Zijn beloften, eisen en dreigingen. Vloek en zegen horen tot de bepalingen van dat verbond. Achab let liever op de omstandigheden. Hij ziet maar één ding: zijn ongeluk en het ongeluk van Israël.
Achab beschouwt Elia daarom als een vijand, die hem en Israël blokkeert in het genieten van aardse welvaart, wereldse vrede, vermaak en bevrediging. Achab ziet in de droogte niets anders dan ellende. Hij ziet niet de oorzaak van zijn honger en kommer in de zonde tegen God. Zijn visie is horizontalistisch en komt niet uit boven deze wereld met haar afgoden. Vandaar dat Hij Elia beschouwt als onheilsbrenger, spelbreker, dwarsligger.
Achab heeft de boodschap van de profeet, toen hij de droogte afbad, niet onderworpen aan een oordeel naar Gods Woord. Alleen zo had hij kunnen vaststellen of Elia een echte of een valse profeet was. Maar bij Achab leeft Gods Woord niet. Zijn oordeel over Elia bevestigt zijn verbondsverlating.
Eenzelfde confrontatie kan eenieder verwachten die Gods Woord van vermaning, tucht en gericht moet overbrengen aan mensen, die er niet naar willen luisteren. Ook wanneer er in de kerk door verval noodzaak is voor een oproep tot bekering tot gehoorzaamheid aan Gods Woord, kun je dezelfde reactie verwachten. De lieve vrede en gemoedelijke rust in de kerk wordt immers aangetast.
Dan heet kerkreformatie zomaar revolutie en een oproep tot bekering “dopers radicalisme”. Zo is dat rond 2003 wel vernomen. Maar in dat oordeel ontbreekt de toetsing van de oproep aan Gods Woord. Onderlinge vrede zonder vrede met God is geen ware vrede.
Hebben appèls in een afgedwaalde kerk zin?
Zingen: Ps. 37:5
