28 SEPTEMBER 2024 – ALLEEN

LEZEN: 1 Petr. 4:12-19

… Wat doet u hier, Elia? Hij zei: … De Israëlieten hebben immers Uw verbond verlaten … Ik alleen ben overgebleven … – 1 Kon. 19:9,10.

De HEERE roept Elia ter verantwoording. Wat doet u hier, Elia? Daarmee wijst God erop dat Elia zover verwijderd is van zijn werkplaats in Israël. Hij is niet alleen weggevlucht, maar heeft Gods volk in de steek gelaten.

Horeb is de plaats waar die andere grote profeet, Mozes, in contact trad met God, toen het volk zondige afgoderij bedreef en Gods verpletterende toorn riskeerde. Toen had Mozes gepleit op de barmhartigheid van God. Hij wilde zelfs zijn eigen leven geven in de plaats van het ontrouwe volk. Daar kon de HEERE toen niet op ingaan. Ook had de pleitende Mozes te weinig oog voor Gods recht.

Nu komt Elia hier op dezelfde berg Horeb voor het aangezicht van de HEERE. Elia komt met een vernietigende aanklacht. De Israëlieten hebben uw verbond verlaten. Ze hebben de dienst van de verzoening beëindigd door het omverhalen van de altaren. Ze hebben de verkondiging van Gods Woord gestopt door de profeten te doden.

Elia vraagt nu van de HEERE bevestiging van zijn oordeel. Hier moet recht gesproken worden, goddelijk recht. Maar in de woorden van Elia is geen ruimte voor genade, zoals bij Mozes. Er wordt geen appel gedaan op Gods barmhartigheid. Terwijl Mozes te weinig oog had voor Gods recht en de nadruk legde op genade, is het bij Elia net andersom.

Elia komt op voor de naam van de HEERE, voor Zijn recht, en terecht, maar is net als Mozes incompleet. Hun dienst roept om de komst van de Christus die recht doet aan Gods rechtvaardig oordeel en tegelijk aan Zijn grote barmhartigheid.

Verder klinkt in Elia’s antwoord veel zelfbeklag, in feite een klacht tegen de HEERE. Ook daarin was Christus zijn meerdere. De profeet Elia ziet zich alleen staan, met de dood voor ogen. Maar alleen Christus is als profeet werkelijk verlaten geweest, zelfs door Zijn Vader, en heeft zonder enige klacht de eeuwige dood geleden, om Zijn volk te redden.

Is blijdschap om verdrukking bovenmenselijk?

Zingen: Ps. 71:6,7