Volk
Als we het hebben over het verbond moeten we goed bedenken dat de HEERE zijn verbond sluit met Zijn vòlk. Niet met losse individuen hier en daar. Nee, de HEERE sluit Zijn verbond met Abraham en zijn zaad, zijn nageslacht.
“Ik zal Mijn verbond maken tussen Mij, u en uw nageslacht na u, al hun generaties door, tot een eeuwig verbond, om voor u tot een God te zijn, en voor uw nageslacht na u.
Ik zal aan u en uw nageslacht na u het land waar u vreemdeling bent, als eeuwig bezit geven. Ik zal hun tot een God zijn. Verder zei God tegen Abraham: En wat u betreft, u moet Mijn verbond in acht nemen, u en uw nageslacht na u, al hun generaties door.” (Genesis 17: 7-9)
Het nageslacht van Abraham, dat is het volk Israël. Steeds vernieuwt de HEERE Zijn verbond met heel dat volk.
Een machtig en heel belangrijk moment in de Bijbel is de verbondssluiting bij de berg Sinaï.
“De HEERE, onze God, heeft een verbond met ons gesloten bij de Horeb.
Niet met onze vaderen heeft de HEERE dit verbond gesloten, maar met ons, wij die hier heden allen in leven zijn.” (Deuteronomium 5: 2, 3)
Met ons, wij die hier nu voor de HEERE staan, onder aan de berg. Dat is met heel het volk Israël.
Steeds weer
Op meer plaatsen in de Bijbel lezen we dat de HEERE dat verbond met Zijn volk steeds weer vernieuwt. Bijvoorbeeld in de geschiedenis die verteld wordt in Jozua 24, over de verbondsvernieuwing in Sichem, na de intocht in Kanaän.
“Jozua zei tegen het volk: U bent getuigen voor uzelf dat ú voor u de HEERE gekozen hebt om Hem te dienen. En zij zeiden: Wij zijn getuigen.
Nu dan, doe de vreemde goden weg die te midden van u zijn, en richt uw hart op de HEERE, de God van Israël.
Het volk zei tegen Jozua: Wij zullen de HEERE, onze God, dienen en wij zullen Zijn stem gehoorzamen.
Zo sloot Jozua op die dag een verbond met het volk en stelde het in Sichem voor hen vast als een verordening en bepaling.”(Jozua 24: 22-25)
We lezen over verbondsvernieuwing met het volk Israël in Richteren 2, In II Koningen 11, II Koningen 23 e.a. Steeds gaat het over de verbondsvernieuwing van God met Zijn vòlk.
Nieuwe Testament
En in het Nieuwe Testament blijft dat zo. Wel krijgt het verbond in de nieuwe bedeling een veel bredere, veel rijkere betekenis. Door het verlossingswerk van Christus. In het Oude Testament ging het om de lijfelijke nazaten van Abraham. Maar in Christus is het volk van God, het verbondsvolk veel groter en met een ander ‘karakter’.
Dan gaat het om de gééstelijke kinderen van Abraham. Om de mensen die, om het volk dat, net als Abraham, gelooft en heel zijn vertrouwen op de HEERE stelt.
“Begrijp dan toch dat zij die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn. Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus.” (Gal. 3: 7)
“Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed.
Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.” (Gal. 3: 26-29)
De HEERE sluit Zijn verbond met Zijn volk. Met hen die geloven in Christus en met hun kinderen (Hand. 2: 39). Ook onze persoonlijke band met Christus heeft een plaats in het verbond. En door het geloof zijn we in Christus in het verbond aan elkaar verbonden.
“Ook verbindt Hij ons onderling door dezelfde Geest als leden van één lichaam in ware broederlijke liefde. Want de apostel Paulus zegt: Omdat het één brood is, zijn wij, hoe velen ook, één lichaam; wij hebben immers allen deel aan het ene brood (1 Kor. 10:17). Daarom zullen wij allen, die door waar geloof in Christus ingelijfd zijn, samen één lichaam zijn. Omdat Christus, onze geliefde Heiland, ons eerst zo uitnemend heeft liefgehad, moeten wij ook elkaar liefde bewijzen en dat niet alleen met woorden, maar ook door onze daden.” (Avondmaalsformulier, onderwijzing).
Verbinding
Dat is het verbond: wie in Christus zijn, zíjn met elkaar verbonden. Eén in Christus. Een heel belangrijk gegeven. Tegenwoordig is ‘verbinding’ een modewoord. Het betekent dat we in contacten met anderen zoeken naar wat ons in onze menselijke verhoudingen verbindt. Het betekent dat we elkaar en elkaars mening en overtuiging volledig respecteren. Dat we elkaar alle ruimte geven. Dat we elkaar niet vermanen en bekritiseren. Aardig en goed voor elkaar zijn. Ruimdenkend. Ieders mening en inzicht is goed. En dat we vooral zoeken naar die dingen waar we hetzelfde over denken. We kunnen zelfs verbinding vinden in het feit dat we elkaar níet kunnen bereiken.
In de kerk horen we ook wel eens dat we verbinding moeten zoeken. En dat allerlei gezamenlijke activiteiten die verbinding kunnen versterken. Nu, dat mag, samen dingen doen in de kerk is goed. Als we maar niet uit het oog verliezen dat we al verbonden zíjn! In Christus. Door het geloof. Dat is het eerste. Dat is het uitgangspunt voor onze onderlinge omgang. En als we die wereldse, postmoderne vorm van verbinding niet zo gemakkelijk vinden (we zijn zondige mensen), dan is dat niet erg. Want we horen in het verbond al bij elkaar. Je zou bijna kunnen zeggen: of we willen of niet. Want we zijn samen van Christus.
En dat samen zijn in Christus verplicht ons om elkaar te zoeken in de liefde van Christus. Dat is iets heel anders dan het moderne verbinding zoeken. Dat kan juist betekenen dat we elkaars mening niet respecteren. Wel elkaar, als broeders en zusters. Maar niet altijd wat we denken en zeggen en voelen. Dat we elkaar juist onderwijzen en vermanen. Omdat onze Verbondsgod iets anders heeft gezegd! En omdat we er op gericht zijn alles te doen voor elkaars behoud. Om die verbinding te versterken moeten we ons samen oefenen in het geloof.
Dat is echt in Christus verbonden zijn.
Heilig volk
We hebben het eerder al gehad over belofte en eis. Voor heel het verbondsvolk geldt de eis van het verbond. Daarvoor heeft de HEERE Zijn volk apart gezet. Zijn volk moet heilig zijn. Heilig, dat is apart van de godloze wereld. Duidelijk onderscheiden. Voor het volk van Gods verbond geldt de antithese, de tegenstelling tussen het zaad van de vrouw en het zaad van de slang (Genesis 3: 15).|
“U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn.” (Exodus 19: 6).
En:
“Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.” (I Petrus 2: 9)
In het Oude Testament een volk dat bereid en op weg was om de Verlosser te ontvangen. In het Nieuwe Testament een volk dat gereed en op weg is naar de wederkomst van onze Heere Christus.
En dat we een heilig volk zijn, door de HEERE apart gezet, geheiligd in Christus, dat moet ook zichtbaar worden in ons leven. In het leven in het verbond (We hopen daar nog op terug te komen). Zo lezen we dat indringend o.a. in het Bijbelboek Efeze:
“Dit zeg ik dan en getuig ervan in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart. Zij hebben zich, ongevoelig als ze zijn geworden, overgegeven aan losbandigheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven.
Maar u hebt Christus zo niet leren kennen, als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is, namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten, en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.” (Efeze 4: 17-24)
Verbond en kerk
Als we het hebben over het volk van Gods verbond komt vanzelf ook de vraag naar de kerk naar voren. Hoe zit het dan met verbond en kerk? Is verbond en kerk dan niet hetzelfde?
Nee, verbond en kerk zijn geen twee namen voor dezelfde zaak. Verbond en kerk dekken elkaar niet geheel.
Wat is de kerk? Dat belijden we in de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Zij is een heilige vergadering van de ware gelovigen, die al hun heil verwachten van Jezus Christus, gewassen zijn door zijn bloed, geheiligd en verzegeld door de Heilige Geest.” (Art. 27 NGB)
En: “In deze vergadering komen immers bijeen degenen die behouden worden, en buiten haar is er geen heil. Daarom moet ieder zich bij haar voegen en zich met haar verenigen.” (Art. 28 NGB)
De kerk is een vergadering. Een vergadering van verbondskinderen die door Christus geroepen zijn. En die gehoorzaam aan die roepstem gehoor geven. Er worden voor ‘vergadering’ in de belijdenis (in de oorspronkelijke tekst) verschillende woorden gebruikt. Het ene wil zeggen: de verzameling van hen die geróepen zijn. Het andere de verzameling van hen die gekómen zijn.
Ze vullen elkaar aan.
Het is belangrijk om dat goed te zien. De kerk is de zichtbare vergadering van de verbondskinderen die zich in gehoorzaamheid laten roepen.
Daarmee zeggen we dus dat gelovigen die zich niet laten roepen tot de kerk, tot het lichaam van Christus, ongehoorzame verbondskinderen zijn. En in feite door hun ongehoorzaamheid, door zich niet te laten roepen, het verbond niet houden van hun kant. Ze tonen geen verbondsgehoorzaamheid. Het is dus niet zo dat alle verbondskinderen in de kerk zijn. Wie zich niet gelovig naar de kerk laat roepen ziet niet de eis van het verbond en toont op dat punt, de zaak van de kerk, geen geloof.
Christus roept al de zijnen naar de ware kerk. Dat begrip ‘ware kerk’ is al heel lang niet meer populair. Maar het is wel een werkelijkheid. ‘Ware’ wil zeggen ‘wettig’. Wettig in Bijbelse zin. Het gaat niet om volmaakte mensen, om superieure christenen als we het hebben over de ware kerk. Dat is steeds weer de zondige karikatuur die ervan gemaakt wordt. Om vervolgens af te geven op die karikatuur. Maar wie zo denkt heeft het niet begrepen.
Nee, het gaat erom: Christus roept naar Zijn wettige vergadering. En waar die vergadering is, waar die iedere zondag gehoorzaam bijeenkomt, belijden we in art. 29 van de NGB.
“Wij geloven dat men nauwgezet en met grote zorgvuldigheid, vanuit Gods Woord, behoort te onderscheiden welke de ware kerk is, omdat alle sekten die er tegenwoordig in de wereld zijn, zich ten onrechte kerk noemen. ………………………….Maar wij bedoelen dat men het lichaam en de gemeenschap van de ware kerk moet onderscheiden van alle sekten, die beweren dat zij de kerk zijn.
De kenmerken waaraan men de ware kerk kan kennen, zijn deze: dat de kerk de zuivere prediking van het evangelie onderhoudt; dat zij de zuivere bediening van de sacramenten onderhoudt, zoals Christus die heeft ingesteld; dat de kerkelijke tucht geoefend wordt om de zonden te bestraffen. Kortom, dat men zich richt naar het zuivere Woord van God, alles wat daarmee in strijd is verwerpt en Jezus Christus erkent als het enige Hoofd.”
We gaan dit nu niet verder uitwerken. Duidelijk mag zijn dat verbond en kerk niet automatisch samenvallen.
Verbond en Christus
Als we spreken over het verbond komt steeds de naam van onze Heere Christus naar voren. Dat kan ook niet anders. Het verbond, zowel het oude verbond als het nieuwe verbond, is gefundeerd in het werk van Christus. Dat leert de Bijbel ons al in Genesis 3. Dat geldt voor het verbond met Abraham. Christus is als het ware de ‘inhoud’ van de verbondsbeloften. De beloften van eeuwig heil, verzoening en verlossing. Maar ook de belofte van de HEERE om voor Zijn volk te zorgen: om Christus’ wil.
Christus is ook de vervulling van de beloften. Dat is het belangrijkste verschil tussen het oude en het nieuwe verbond. Het nieuwe verbind is in die zin nieuw en rijker dat het betrekking heeft op het verbond ná het offer van Christus.
In al ons spreken en denken over het verbond moet Christus dan ook centraal staan.
Hoofd of Middelaar?
Soms wordt onze Heere Christus aangeduid als ‘Hoofd van het verbond’. Dat heeft te maken met de manier waarop bepaalde teksten uit het nieuwe testament worden uitgelegd. Maar dat is niet juist. We moeten daarbij gewoon de Bijbelwoorden laten staan en die niet laten zeggen wat er niet staat. Daarin moeten we goed onderscheiden.
De Bijbel noemt dan nergens Christus als Hoofd van het verbond. Wel als Hoofd van de gemeente. Hoofd van de kerk. “En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.” (Kolossenzen 1: 18).
(We gaan het hier nu niet hebben over de uitleg en de consequenties van de opvatting dat Christus Hoofd van het verbond is. We komen dan o.a. terecht bij de uitverkiezing. Dat voert in deze artikelen te ver.)
Hoe moeten we de positie van onze Heere Christus m.b.t. het verbond dan wel zien? Wel, hij is de Mìddelaar van het verbond. Een middelaar is iemand die tussen twee partijen treedt. Dat is wat de Heere Christus deed en nog doet. Hij trad in onze plaats. Hij ging staan tussen de zijnen en God de Vader. Hij deed als Middelaar verzoening voor onze zonden.
In het Oude Testament zien we Mozes optreden als middelaar. En de hogepriester die offert en op Grote Verzoendag symbolisch de zonden van Israël wegdoet naar de woestijn. Maar zij waren niet de echte Middelaar. Ze waren voorafschaduwingen van dé Middelaar die komen zou.
Zo is Christus de Middelaar van het verbond. Van het oude en het nieuwe.
“Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus.” (I Timoteüs 2: 5)
“Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!
En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe testament, opdat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen.” (Hebreeën 9: 13-15)
Onze Heere Jezus Christus: Middelaar van het verbond, Hoofd van Zijn gemeente. Dat is het rijke evangelie.
In een volgend artikel hopen we het nog te hebben over verbond en doop en over verbond en Israël.
(wordt vervolgd)
