LEZEN: Luk. 12: 22-34
Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus. Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. Groet elke heilige in Christus Jezus. U groeten de broeders die bij mij zijn. Al de heiligen groeten u en vooral die van het huis van de keizer zijn. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. – Fil. 4:19-23
Hoe staat het dan met tijden van nood en armoede? Paulus zegt nu tot Filippi en allen die in afhankelijkheid van en dankbaarheid tot de Heere leven: de HEERE zal u niet in de steek laten.
De HEERE zal u ook niet bovenmate beproeven. Hij zal ervoor zorgen dat ook u alles aankunt in de kracht van Christus. Hij zal ook u geven wat u nodig hebt in de dienst aan Hem.
Paulus zegt daarmee: ik ben geen uitzondering als het gaat om de zorg van de Heere. De Heere zorgt voor al Zijn kinderen onder alle omstandigheden (HC zondag 9 en 10). Hij zal het niet laten afweten, Hij zal zelfs niet karig zijn in het voorzien van het nodige. Hij zal hen, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van àlles wat zij nodig hebben, in heerlijkheid, door Christus Jezus (vs.19).
Ook dat mag een extra aansporing zijn voor onze dankbaarheid aan en vertrouwen op onze God. Laten we zo onze overvloed en rijkdom zien als gave van Hem om Hem ervoor te danken en te eren. En ervan weg te geven aan allen die het nodig hebben in de eerste plaats onze broeders en zusters.
Als God ons in omstandigheden brengt van armoede, ziekte, oorlog of andere nood worden we door Hem extra beproefd op ons geloofsvertrouwen in Hem. Laten we dan niet wanhopen maar in geloof en hoop op Hem blijven vasthouden aan Zijn beloften.
Door zo te leven zoeken we als eerste Zijn Koninkrijk in de verwachting dat Hij ons dan ook zal geven wat Hij nodig vindt. De grote vraag die we onszelf steeds hebben te stellen is: leven we zo op aarde steeds in dankbaarheid aan onze hemelse Vader met blijdschap in de Heere?
Ben je bezorgd voor de toekomst?
Zingen: Ps. 145:4,5