LEZEN: Joh. 1: 35-52: … Rabbi, U bent de Zoon van God … de Koning
We lezen hier dat Christus Zijn discipelen tot Zich roept. Het begint ermee dat twee discipelen van Johannes de Doper gehoor geven aan zijn oproep “Zie het Lam van God”, als Jezus Zich de volgende dag weer laat zien. De discipelen Andreas en Johannes begrijpen het bijzondere van deze boodschap en willen voortaan Jezus volgen!
Dat allereerste begin loopt uit op de nieuw-testamentische kerkvergadering van Christus. Twee is maar een heel klein begin. Maar er zullen er meer volgen, zodat het uiteindelijk bij Pinksteren een kerk van ongeveer 3000 leden wordt.
Nee, deze twee zullen nog lang niet alles over Jezus weten en begrijpen. Daarom willen ze graag in alle rust nader kennis met Hem maken. Ze vragen waar Hij woont (vs.39) en blijven de rest van de dag bij Hem. Uit die ontmoeting wordt hen al snel duidelijk, dat ze in Hem werkelijk de Messias, de Christus, gevonden hebben!
Deze mannen leefden al langer in de verwachting van de komende Christus. Ze kennen het Oude Testament, waaronder de boeken van Mozes (met Deut. 18:18 over de komende Profeet) en de Profeten, die de komst van de Christus beschrijven. Daaruit putten ze hun hoop (vs.46).
Andreas gaat nu direct op zoek naar zijn broer Simon en brengt hem tot Jezus. Jezus blijkt Simon al zo te kennen dat Hij zegt: jij zult Petrus, Rotsman, genoemd worden (zie Matt. 16:13v).
Jezus verzamelt nu nog meer discipelen om zich heen, mannen die Hem als de Christus verwachten: Filippus en Nathaneël. De laatste geeft zich op het getuigenis van Filippus niet direct gewonnen (vs.47). Maar Filippus dringt aan en brengt hem naar Jezus.
Dan laat Jezus Zich aan Nathaneël kennen in Zijn Godheid: Hij zag hem al van verre, zelfs voordat Filippus hem riep. Jezus belooft nog grotere wonderen te doen en wijst zelfs op de bijstand van Gods engelen ten dienste van de kerk (vergelijk Gen. 28:10-22). Zo wordt Nathaneël’s weerstand gebroken; hij belijdt de grootheid van Jezus en volgt Hem.
Waarom zou jij Jezus Christus willen volgen? Wat is voor jou volgen?
Zingen: Gez. 13:2
