LEZEN: Joh. 6:16-36: … Want het brood van God, is Hij Die uit de hemel neerdaalt en aan de wereld het leven geeft …
De discipelen komen terecht in een storm. Maar Jezus die hen al lopend over het meer achterna komt, doet de storm stillen. Ze zijn eerst ontzet als ze hem zien lopen, maar Hij stelt hen gerust. Zo laat Hij hen zien welke goddelijke kracht Hij heeft.
De menigte reist intussen ook naar Kapernaüm waar ze Jezus vinden. Jezus laat hen weten dat Hij hun hart kent: “U zoekt Mij omdat u van de broden hebt gegeten”. Ze willen nog wel wat meer van Jezus zien. Maar ze komen niet vanwege de inhoud van het teken, waarmee Jezus liet zien de ware Christus te zijn, die hen het ware brood kan geven voor het ware leven. Het gaat de mensen bij Jezus alleen om het spectaculaire en dat ze genoeg te eten hadden. Ze blijven steken in het menselijke vlak, zonder geloof.
Maar Jezus wil hen ook verder helpen. Hij geeft onderwijs over Wie Hij is, aan de hand van het teken dat ze gezien hebben. Zo geeft Hij hen stof tot nadenken als Hij het aardse voedsel, dat vergaat, stelt tegenover het hemelse voedsel dat blijft tot in het eeuwige leven (vs.27).
Dat hemelse brood kan Hij als Zoon des Mensen geven, omdat de Vader Hem openlijk verzegeld heeft bij Zijn doop in de Jordaan (vs.27, vgl.1:32,34).
De mensen begrijpen het niet, ze willen met het aardse verzadigd worden. Als ze vragen met welk werk ze het goddelijke voedsel kunnen krijgen, wijst Jezus hen in plaats van werk op geloof, geloof in Hem Die door God gezonden is (vs.29).
Dan maken ze een vergelijking met Mozes die het manna gaf. Als Jezus datzelfde eens geeft, willen ze in Hem wel de Christus zien. Maar Jezus corrigeert: Niet Mozes, maar Mijn Vader gaf toen dat manna; maar nu geeft Hij zelfs het ware brood uit de hemel: “Ik ben het Brood des levens. Wie tot Mij komt zal beslist geen honger hebben en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst hebben (vs.35)”.
Nee, niet het zien van manna moet het doen, er moet geloof in Hem zijn. Dan krijgen ze veel meer dan manna: eeuwig leven zonder honger en dorst.
Jezus is teleurgesteld: u gelooft niet, ook al ziet u Mij!
Begrijp je waarom Jezus zichzelf het Brood noemt?
Zingen: Ps. 146:5?
