LEZEN: Dan. 1:1-7: … Toen beval de koning aan Aspenaz, het hoofd van zijn hovelingen, dat hij enige van de Israëlieten moest laten komen … om hen in drie jaar zo op te voeden … dat zij … in dienst konden treden van de koning …
Onder de goddeloze koning Jojakim, zoon van de gelovige koning Josia, gaat de HEERE Zijn volk, Juda, straffen zonder nog langer vergeving te willen schenken, omdat er geen bekering was (2 Kon. 23:35-24:7). Nebubkadnezar maakt een eerste begin met de ballingschap naar Babel.
Alle geruststellende woorden van valse profeten die zich beroemden op de tempel (Jer. 7:4; 8:11; 28:15), worden nu als leugens ontmaskerd. Naast de koning worden ook schatten uit Gods tempel meegenomen.
Dat overkomt Juda maar niet, en is ook niet de prestatie van Nebukadnezar, nee, God Zelf geeft het in de hand van deze heidense machthebber (vs.2). Het is Zijn al zo lang aangekondigde straf, na eeuwenlang zondigen en ontheiligen van de tempel (Deut. 28:63v).
Onder de weggevoerden worden op bevel van Nebukadnezar een aantal jonge adellijke Israëlieten geselecteerd; ze zijn niet alleen lichamelijk in orde en zien er goed uit, maar ze zijn ook intelligent en hebben gestudeerd.
Deze ongeveer 15-jarige jongens worden afgezonderd voor een speciale training om de heidense koning te kunnen dienen. Deze integratiecursus moet hun beleving en gerichtheid totaal bijstellen.
Het gaat maar niet om het kennen van de taal en gewoonten van Babel, hun hele manier van denken en doen moet Chaldees, Babylonisch, worden tot meerdere glorie van Nebukadnezar. Met de tempelschatten uit Jeruzalem wil hij zijn afgod gunstig stemmen, en van deze jongens wil hij interessante slaven maken.
Daarvoor moet de leer van de afgoden er bij hen worden ingepompt en moeten ze dagelijks de sfeer van het afgodische leven opsnuiven tijdens de maaltijden. Zelfs hun namen moeten niet meer herinneren aan hun God.
Het is een listig, satanisch plan om God Zijn volk te ontnemen. Maar ook verleidelijk, met name wat betreft het kostelijke eten: wie kan dit weerstaan?
Zien we hier een parallel met het leven van gelovige kinderen in de wereld van vandaag?
Hoe wil de wereld ons indoctrineren?
Zingen: Ps. 86:6