LEZEN: Dan. 5:25-30: … u bent te licht bevonden …
Daniël legt de tekst uit: “mene” is geteld, dat wil zeggen: God heeft de dagen van uw koningschap geteld en heeft er een einde aan gemaakt. Met twee keer “mene” wordt dit onderstreept. God die de tijd bepaalt, die alle wegen en daden beschikt, die de adem aan de mens geeft, Hij maakt een eind aan uw koningschap.
“Tekel”: is gewogen,; dat geeft de reden daarvoor aan. U bent in de weegschaal te licht bevonden. De Heere God oordeelt ieders gedachten, woorden en daden. Dat geldt voor ieder in de wereld en in de kerk.
Deze koning voldoet niet aan de eis die de Heere hem stelt. Hij is verplicht zich aan de Heere te onderwerpen. Daarin faalt hij volledig. Hij heeft zich juist tegen de Koning der koningen verheven. Hij is te licht, onwaardig en daarom onnuttig.
“Peres” zegt wat er met zijn koninkrijk gaat gebeuren: het zal worden opgedeeld en aan de Meden en Perzen gegeven. Dat is het einde van het Babylonische Rijk. Gods hand breekt haar macht. Juist zoals al in Daniël 2 is aangegeven, en door Jeremia is geprofeteerd.
Daniël riskeert met zijn waarschuwende uitleg wel zijn leven. Wat een durf om deze despotische koning op zijn zonden te wijzen, en hem daarover Gods oordeel aan te zeggen. Daniël laat een moed en een kracht zien zoals de Heere die ook Mozes en Elia heeft gegeven.
Ook de twee getuigen die de kerk vertegenwoordigen in Openb. 11 zijn daarvan een voorbeeld: vers 6: “Ze hebben de macht de hemel te sluiten zodat er geen regen valt. En ze hebben macht over de wateren om die in bloed te veranderen en om de aarde te slaan met allerlei plagen, zo vaak zij dat willen”.
Het Babylon uit de tijd van Daniël staat model staat voor het Babylon van onze tijd. Hoe staat het met ons getuigenis en met onze oproep tot bekering in deze wereld?
Wat doet de koning nu? Bekeert hij zich nog zoals zijn grootvader deed? Nee, deze koning doet alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Hij geeft Daniël een eervolle beloning, zodat hij bewaard blijft. Maar de koning bekeert zich niet, waarop God abrupt Zijn oordeel voltrekt.
Hebben wij dezelfde taak die de twee getuigen hadden?
Zingen: Ps. 2:4