LEZEN: Dan. 10:1-4: … drie volle weken aan het rouwen …
Het is al het derde jaar van koning Kores! Dat betekent dat de terugkeer van de eerste Joden uit de ballingschap een feit is. Dat gebeurde in het eerste jaar van Kores (Ezra 1 en 2).
Ze hadden wel een eerste begin gemaakt met de tempelbouw in Jeruzalem (Ezra 3). De belofte van terugkeer waar Daniëls gebed van hoofdstuk 9 op gericht was, is vervuld. Ja, in ieder geval gedeeltelijk. Hij deed in dat gebed een beroep op de beloften die de profeet Jeremia heeft verkondigd en dat woord is vervuld (Ezra 1:1). De reden waarom Daniël niet meegegaan is met de terugkerende Joden weten we niet. Wel moeten we uit de inhoud van Hoofdstuk 10-12 opmaken dat Daniël van God nog een bijzondere taak krijgt om ter wille van Zijn volk in Babel achter te blijven.
Wat Daniël bezig houdt zijn grote zorgen over Gods volk. Ze beheersen hem zo dat hij openlijk zijn verdriet laat blijken. Daniël gaat vasten: hij eet geen smakelijk gerechten, geen vlees. Hij drinkt geen wijn. Hij zalft zich ook niet meer met olie.
Daniël rouwt en vast drie weken lang. In die lange tijd zal hij ook heel wat smeekbeden tot de HEERE hebben opgezonden.
Daniël is daarbij niet opstandig of verbitterd tegenover God. Hij wil ook niets afdwingen zoals mensen via een hongerstaking iets willen bereiken. Het zal ook niet zo zijn dat hij helemaal niets eet of drinkt. Maar hij onthoudt zich van vreugdevolle zaken.
Daniël verootmoedigt zich , hij maakt zich klein voor God en bidt voor de kerk, vs.12. Dat heeft alles te maken met de omstandigheden waar Gods volk in Kanaän en het grote deel dat achter gebleven is, mee te maken heeft. De rest die is teruggekeerd ondervindt veel tegenstand van omwoners en ook onwil onder de kerkleden.
De bouw aan de tempel is stil gevallen. En het deel dat achtergebleven is ervaart haat in Perzië (vs 13,20). Daniël weet dat alleen Gods genade hier verandering in kan brengen.
Het is de eerste maand Abib (vs.4), de maand van het Paasfeest, het feest van Gods bevrijding, maar wordt het wel gevierd?
Zijn onze gebeden voor de kerk ook zo indringend?
Zingen: Ps.79:3
