29 JULI 2025 – VERWOESTENDE GRUWEL

LEZEN: Dan. 11: 31-45: … om hen te louteren, te reinigen …

We moeten goed beseffen dat wat in hoofdstuk 11 beschreven staat openbaring is over een toekomst, die pas na de dood van Daniël werkelijkheid wordt. Het leert ons dat God boven alle geschiedenis staat en dat niets buiten Hem om gebeurt. Alles vindt plaats op de door God vooraf vastgestelde tijd (vs.29).

Wat ook opvalt is de gedetailleerd beschrijving over het kwaad dat zal worden aangericht. Gods volk wordt gewaarschuwd om zich aan de HEERE toe te vertrouwen en het van Zijn hulp te verwachten.

Van de kant van koning Antiochus zal steeds meer onheil komen. Hij heeft op de sabbath de stad Jeruzalem veroverd, mensen gevangen genomen en in de tempel het altaar van de HEERE door een heidens altaar voor de afgod Zeus vervangen, waarop zwijnen worden geofferd: “de verwoestende gruwel”. 

Alles van de eredienst aan de HEERE wordt aangetast (vergelijk het antichristelijke beest van Openb. 13). Iets dergelijks gebeurt opnieuw bij de verwoesting van Jeruzalem (Matt.24:15) en laat zich ook daarna kennen in de eindtijd (2 Tess. 2:4). Verder laat Antiochus zich via vleierij in met afvallige Joden om via hen het volk verder te beïnvloeden.

Daarnaast is er nog een trouwe rest dat wel vasthoudt aan de HEERE en Zijn verbond (vs.32b). Zij “kennen” hun God. Velen van hen die ook anderen daarin de goede weg wijzen worden verdrukt, gevangen gezet en zelfs gedood (vs.33). Ze ondergaan het lijden als passend bij het Evangelie.

Op die manier maakt God ook schifting, loutering onder Zijn volk: naast hen die volharden vallen anderen alsnog af. De kleine hulp van vers 24 wijst op de opstand van de Maccabeeën.

De verzen 36-40 laten zien dat ook deze verachtelijke koning tot zijn einde komt. Na een reeks overwinningen, allerlei machts- en eervertoon, en het zaaien van verderf, maakt God door een ziekte een einde aan deze satanische man en zijn rijk.

God gaat verder richting de komst van Zijn Zoon. Hij laat Zich door niets tegenhouden. En bestuurt de geschiedenis. 

Waarom gaat God zo’n zware weg met Zijn volk?  

Zingen: Ps. 74:5,6,13