12 AUGUSTUS 2025 – TESTAMENT EN ERFGENAMEN

LEZEN: Gal. 3:15-18: … de beloften aan Abraham en aan zijn nageslacht … Christus …

In dit gedeelte staan diepe woorden over het verbond dat God met Abraham heeft gesloten en waar wij als kinderen van Abraham ook in mogen delen. Ze moeten duidelijk maken dat het verbond dat God met ons sloot als genadeverbond geen eisen vooraf heeft.

Paulus geeft een menselijk voorbeeld: Als iemand een testament (in het Grieks hetzelfde woord voor verbond) opmaakt en dat vastlegt zonder eisen voor de erfgenamen, dan kan na zijn sterven niemand alsnog eisen toevoegen.

Ook God heeft aan Zijn genadeverbond geen voorwaarden vooraf gesteld dan alleen geloof: van harte aanvaarden wat God om niet geeft.

Paulus gebruikt de geschiedenis: de verbondsbeloften werden toegezegd aan Abraham, terwij er op dat moment geen wet is opgesteld. Deze beloften vormden het testament; wie zijn de erfgenamen? Abraham en zijn nageslacht.

De Judaïsten zien als erfgenamen alleen de besneden Abraham en zijn afstammelingen naar het vlees: de besneden Joden. Zij zijn voor hen de enige kinderen van Abraham. Wanneer heidenen tot geloof komen moeten ze om kind van Abraham te worden en de beloften te mogen ontvangen, als eerste worden besneden en de wetsregels onderhouden.

Paulus maakt duidelijk dat dit een grote denkfout is. Niet alleen stelt God geen voorwaarden vooraf aan zijn genadebeloften. Maar ook zijn de wettige erfgenamen naast Abraham het volk Israël als volk van de belofte en de Christus Die daaruit voorkwam; en vervolgens met Christus allen die door geloof in Christus zijn: Joodse christenen en onbesneden christenen.

Het delen in het heil is er dus alleen uit genade, in Christus, door het geloof in Hem.

Ook de wet die God 430 jaar later heeft gegeven bij de Horeb, vormde  geen eis vooraf om te mogen delen in het heil, maar gaf richting aan het geloof voor dankbaarheid voor het ontvangen heil.

 Is de wet veranderd met het werk van Christus?                                  

 Zingen: Ps. 103:7