LEZEN: Gal. 6: 3-6: … laat ieder zijn eigen werk beproeven …
Laat niemand zich superieur voelen, alsof hij beter en belangrijker is dan de ander. Niemand is zijn eigen norm, niemand is geroepen om de ander te veroordelen.
Het is van het grootste belang dat je jezelf toetst aan Gods Woord. Niet oppervlakkig maar grondig. Pas als je inziet dat je als zondaar alleen van genade kunt leven, pas dan kun je de ander helpen zoals de Heere van een ieder vraagt.
Als je je verbeeldt belangrijker te zijn dan een ander kerklid, verraadt dit dat je jezelf niet aan Gods Woord hebt beproefd. Paulus zegt: “Als iemand denkt iets te zijn, terwijl hij niets is, bedriegt hij zichzelf.”
Wij zijn allemaal niets van onszelf en alleen maar doemwaardig.
Ook als je jezelf niet zozeer belangrijk vindt, maar geen interesse hebt voor je broeders en zusters, gedraag je je toch hoogmoedig; ook dat is een vorm van egoïsme. Je wil jezelf namelijk niet opofferen voor de ander die dat nodig heeft. Ook denk je zelf geen hulp nodig te hebben.
Maar zo heeft de Heere ons niet aan elkaar gegeven in de gemeenschap der heiligen: samen zijn wij toch het lichaam van Christus (Rom. 12:9-16; 1 Kor. 12:12-27)?!
Christus wil als Hoofd van Zijn kerk, van Zijn lichaam, zien dat wij elkaar opbouwen in het geloof en samen naar Hem toegroeien ons aan de waarheid vasthoudend in de liefde (Ef. 4:16).
Paulus zegt dat hiervoor erg belangrijk is dat je inzicht in jezelf moet hebben. We zullen onszelf moeten beoordelen naar de Schrift, zien of wij van genade leven, of we met ons leven Christus dienen als Hoofd en Zaligmaker van de kerk. En nagaan of we in Zijn voetsporen gaan van zachtmoedigheid, liefde en opofferingsgezindheid.
Laten we ook inzien dat we dagelijks de Heilige Geest nodig hebben om te strijden tegen de zonde die nog in ons overgebleven is en om ons dienstbaar op te stellen. Allereerst binnen de gemeenschap der heiligen, maar ook naar buiten toe.
Als we zo handelen in afhankelijkheid, zal er ook eens bij de wederkomst genadeloon zijn (vs 4b,5; vgl. Matt. 25:21,23).
Wat betekent voor jezelf “stof tot roemen” hebben?
Zingen: Ps. 112:3
