LEZEN: Gal. 6:7,8: … wat de mens zaait, zal hij ook oogsten …
Dwaal niet; God laat niet met Zich spotten! Dit zijn woorden aan de gemeenten van Jezus Christus van Galatië in de tijd van Paulus. Woorden die ook voor ons bestemd zijn!
Paulus vindt het als apostel van Christus nodig deze scherpe woorden te gebruiken. Dwaal niet. Dat is een oproep, die op zichzelf hard aankomt. Natuurlijk mag je in de kerk geen dwaalleer tolereren. Natuurlijk blijft er reden om hiervoor te waarschuwen. Dat laat de kerkgeschiedenis wel zien. Ook de brief aan de Galaten staat hier vol van.
De vraag is of het hier in deze tekst wel alleen om dwaalleer gaat. Als we het in verband lezen met de voorafgaande verzen, is het wel breder.
De leer van de Judaïsten maakt dat je je leven heel anders inricht dan wanneer je van vrije genade leeft. Toch zijn ook christenen die willen leven van genade gemakkelijk egoïstisch en egocentrisch. Het “ik” staat vaak voorop: “Ik moet er iets aan hebben”.
Het omzien naar elkaar in de gemeente kan ook zonder Judaïstische leer dan gemakkelijk onder spanning staan.
Is dat dan een levend geloof of een dood geloof?
Het omzien in liefde naar de ander is niet voor niets een criterium bij het oordeel bij de wederkomst van de Heere Jezus: Matt. 25: 35-46: “voorzover u dat voor een van de geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan”.
Het dwalen als voorganger of kerklid is in de ogen van de Heere spotten met God. In Gods huis denk je ermee weg te komen. Maar je vergeet dat God alles ziet tot in de schuilhoeken van je hart. Ieder die zijn eigen eer zoekt in de kerk, Judaïst of niet, of die al dan niet heimelijke zonden, niet wil belijden voor God, spot met Hem.
Dat heeft grote gevolgen. Wie zaait zal oogsten wat hij gezaaid heeft. Het komt er in dit leven op aan of je je laat leiden door de Geest, met bestrijding van je “vlees”, of dat je je door je vlees, je “oude mens”, laat leiden. Uiteindelijk zal alles uitkomen in de oogst op de jongste dag wanneer Christus komt om te oordelen de levenden en de doden.
Ben je bang voor de wederkomst?
Zingen: Ps. 126:3