30 AUGUSTUS 2025 – BEROEMEN

LEZEN: Gal. 6:11-14a: Zie met wat een grote letters ik u met mijn eigen hand schrijf: Allen die zich mooi willen voordoen naar het vlees, dwingen u zich te laten besnijden, alleen om niet vanwege het kruis van Christus vervolgd te worden. Want ook zij die besneden worden, nemen zelf de wet niet in acht, maar zij willen dat u besneden wordt, om zich te kunnen beroemen op uw vlees. Maar ik zal mij volstrekt niet beroemen op iets anders dan op het kruis van onze Heere Jezus Christus …

Paulus komt tot een afronding van zijn brief. Hij wijst erop dat hij dit gedeelte eigenhandig heeft geschreven en ze niet aan een ander heeft gedicteerd. Met grote letters (hoofdletters?). Kennelijk wil Paulus nog heel veel nadruk leggen op de zinnen die de brief afsluiten.

Hij confronteert zich nogmaals met de Judaïsten. Hij ontmaskert hen als huichelaars, die schone schijn ophouden met hun gepraat over de besnijdenis.  Hun bedoeling is om zelf vervolging te kunnen ontlopen. Die vervolging treft namelijk wel hen die roemen in het kruis van Christus en niet in de besnijdenis en wetswerken.

Het heeft te maken met de Joden, die de Christus en Zijn kerk haten. Het ontlopen van vervolging heeft een hoge prijs: het kruis van Christus wordt veracht en de kerk wordt een acceptabele variant van het Joodse volk.

De Judaïsten dwepen daarom met de besnijdenis, het vlees van de voorhuid, terwijl ze ook nog handelen naar het vlees met een oneerlijke voorstelling van Paulus, hun nadruk op wetswerken en het verachten van de genade van Christus.

Bovendien dwingen ze de Galaten om zich van Paulus af te keren en hun wettische leer te volgen. Hun gehuichel wordt nog duidelijker door het feit dat ze zelf de wet niet onderhouden (vs. 13).

Dat laatste zal duiden op de wet van Christus: liefde tot God en liefde tot de naaste door de Geest van God (zie ook Matt. 22:37-40).

Maar Paulus schrijft onomwonden met grote letters: “Ik zal mij volstrekt niet beroemen op iets anders dan op het kruis van onze Heere Jezus Christus”.

Ben je bang voor mensen door te spreken over Jezus?

Zingen: Gez. 17:1,3