LEZEN: Ex. 14:10-31: … Toen zag Israël de machtige hand die de HEERE tegen de Egyptenaren gekeerd had ….
De aanstormende Egyptenaren veroorzaken paniek bij de Israëlieten. Ze roepen tot de HEERE. Maar erger is, wat ze tegen Mozes zeggen: waren er in Egypte geen graven, dat u ons hebt meegenomen om in de woestijn te sterven? Had ons toch met rust gelaten. Uitingen van ongeloof.
Maar Mozes die weet heeft van Gods plan (vs. 4) stelt hen gerust. “De HEERE zal voor u strijden en u moet stil zijn” (vs.14).
En dan volgt het grote wonder dat de HEERE een pad maakt in de Schelfzee. Eerst moet Mozes weer met zijn staf aangeven dat dit het plan en werk is van de HEERE. Alles wordt door Hem geleid: de komst van de Egyptenaren, de verharding van hun hart om achter het volk aan te blijven gaan, en de plaats en omstandigheden waarin zij omkomen.
Het moet alles naar Gods raad uitlopen op de verlossing van Zijn volk, de ondergang van Zijn vijand en de verheerlijking van Zijn naam.
Zo kondigt de HEERE dit aan in vers 17 en 18, voordat het volk verder trekt, voordat Mozes zijn staf uitstrekt over de zee, en voordat de Egyptenaren het volk naderen.
In de nacht komt de HEERE al in beweging. De Engel van God, dat is de oudtestamentische gestalte van Gods Zoon Die tot nu toe het volk is voorgegaan in de woestijnreis, sluit Zich nu achter aan bij het volk. Hij neemt een onneembare positie in tegen de aanrukkende Egyptenaren.
Daar komt bij dat de wolkkolom waarin de HEERE God Zelf aanwezig is, zich ook van de frontlinie verplaatst naar achteren tussen het vijandelijke leger en het volk in. Daardoor kan Egypte heel de nacht niet bij Israël komen.
Intussen strekt Mozes zijn staf uit en ontstaat er een pad midden in de zee, met links en recht een muur van water. De Egyptenaren achtervolgen hen maar God laat hun wagens wegzakken en zorgt ervoor dat alle strijdkrachten, paarden en wagens in de zee verdrinken, terwijl Israël droogvoets de overkant bereikt. Een machtig wonder.
Het volk vreest nu de HEERE en gelooft in Hem en in Mozes.
Waarom is deze geschiedenis ook nu belangrijk (1 Kor. 10:1,2)?
Zingen: Ps. 106:3