LEZEN: Ex. 17:1-16: … omdat zij de HEERE op de proef gesteld hadden door te zeggen: Is de HEERE nu in ons midden of niet? …
Het volk gaat verder de woestijn door richting de Horeb/Sinaï. Er ontstaat weer een ernstig tekort aan water. Opnieuw wordt het volk opstandig tegenover Mozes: zijn wij tot hier gekomen met onze kinderen en ons vee om te sterven? Waarom heeft u ons uit Egypte laten vertrekken?
Mozes vindt dat ze daarmee de HEERE op de proef stellen, Hem uitdagen. Ze stellen Zijn macht en trouw ter discussie. In feite blijken ze geen vertrouwen in Hem te hebben. Wat hebben we aan Mozes, wat hebben we aan God? Terwijl de HEERE van Zijn kant hen opnieuw op de proef stelt of ze alles van Hem blijven aanvaarden en alles van Hem blijven verwachten, ook in tegenspoed.
Ze komen zelfs met gebalde vuisten op Mozes af. Mozes roept in die benauwde situatie tot de HEERE dat ze hem willen stenigen. Op aangeven van de HEERE slaat Mozes dan met zijn staf op de rots Horeb. In plaats van Zijn volk zwaar te straffen, geeft God hen toch weer kostelijk water.
Wat is daar de reden voor? Het volk verdient toch niets anders dan Gods zware straf? De reden ligt in Gods welbehagen, Zijn trouw en eindeloze barmhartigheid.
De rots die nu water geeft is een voorafspiegeling van Christus (Kor. 10:4; zie ook Joh. 7:37-39). Omdat God Christus en Zijn verzoenend lijden in gedachten heeft en trouw blijft aan Zijn verbond, geeft Hij Zijn volk omwille van Hem wat het nodig heeft als onverdiende genade. Dat blijft Hij de verdere reis ook doen. Datzelfde geldt ook voor het manna (1 Kor. 10:3).
Direct na deze situatie vindt er nog een gevecht plaats met Amalek. Jozua krijgt de leiding in de strijd. Mozes , Aäron en Hur pleiten op de top van de heuvel op Gods bijstand in de strijd.
Zo is het een strijd van de HEERE Die de overwinning aan Israël schenkt. De HEERE heeft nog wel een opdracht voor de toekomst: om Amalek, als volk in dienst van de satan, uit te roeien (vgl. 1 Sam. 15:3).
Uit dankbaarheid en als teken van vertrouwen bouwt Mozes daarvoor een altaar: De HEERE is Mijn banier: De HEERE is mijn hulp in die strijd; Hij is sterk (vs.16).
Kunnen we ook zeggen: de HEERE is onze banier?
Zingen: Ps. 105:19