Evangelisatie als opdracht – 6, slot

by S. de Marie | 11 oktober 2025 06:00

Missionaire kerk, commentaar
In het vorige artikel werd aan de hand van een artikel uit De Reformatie beschreven wat “missionaire kerk” inhoudt. Naar mijn mening is daarbij sprake van een aanpassing aan de wereld, die niet te rijmen is met wat de Schrift ons leert over het diepst eigene van de kerk als volk van Gods Koninkrijk (1 Petr. 2:9):
“Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.

Deze hoge status verdraagt geen aanpassing van laagdrempelige erediensten aan de cultuur van de wereld. Dat geeft Petrus ook direct daarna aan:
Geliefden, ik roep u ertoe op als bijwoners en vreemdelingen u te onthouden van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen de ziel.

Het gaat er bij de kerk om dat ze Christus volgt en God eert. Daarbij past niet het aanpassen van het evangelie aan de wereld en het opgeven van de antithese. De leer van Bonhoeffer is: “er zijn voor de wereld” als allesomvattende opdracht voor de kerk, maar die leer verdraagt zich niet met het Evangelie, ook niet met onze evangelisatie-opdracht. Ons getuigenis van de Christus houdt naast het aanbod van genade een appèl in tot bekering, geen aanpassing.

Evangelisatie is een heel belangrijke opdracht voor de kerk en al haar leden. Die roeping betreft alle mensen met wie zij in aanraking komt, niemand uitgezonderd. Ook heeft moet deze roeping zijn uitwerking hebben niet alleen in het spreken maar ook in de levenshouding en het gedrag van de gemeenteleden naar buiten toe. Het gaat dus om een heel belangrijke zaak. Maar de Schrift wijst niet op een kerk die tot in al haar onderdelen afgestemd is op het contact met buitenstaanders. Alsof het kerk-zijn opgaat in evangeliseren.

In eenboek van Dr. D. Van Swighem – Het missionaire karakter van de Christelijke gemeente – wordt dit duidelijk aangewezen. De schrijver van dit boek, dat ook drs. C. Haak kent, stelt de vraag of nu alles ondergeschikt moet zijn aan de missionaire taak (pag. 247). Zijn antwoord is: nee. Hij noemt daarbij de aanbidding van Christus als antwoord op Zijn liefde. De gemeente is het lichaam van Christus, waarin de Heilige Geest woont. Ze mag ook een voorsmaak hebben van het komende rijk. 
We kunnen daaraan toevoegen: de kerk krijgt de opdracht naar Christus toe te groeien in de gemeenschap der heiligen, waarin ieder een plaats en taak heeft (Ef. 4:1-16). Ze wordt gevoed met het evangelie om stand te kunnen houden in deze wereld. Ze wordt gesterkt om aan het beeld van Christus gelijkvormig te worden. Tot verheerlijking van God.

Welk mogelijkheden zijn ons gelaten?
Wij mogen en moeten allen in dienst van Christus in deze wereld van Zijn koninkrijk getuigen.
In een wereld van wetteloosheid. Net als Noach dat moest gedurende de bouw van de Ark. Met woord en daad. Van Noach wordt ook gezegd dat Hij een rechtvaardig mens was, die met God wandelde. Je kon het aan Hem zien. Noach ging door. Hij raakte niet gefrustreerd. Hij wist dat Hij bezig was in Gods rijk. Hij wordt in 2 Petr. 2:5 ook “prediker van de gerechtigheid” genoemd.

Zo moeten ook wij eenvoudig weg getuigen van de Heere Jezus Christus als Koning, Redder en Rechter, waarbij wij de ander zoeken. Met ontferming bewogen, vanwege het dreigende oordeel. Met een heerlijke boodschap van verlossing.
Tegelijk mogen we niet afdoen van de radicaliteit van Gods Woord, of van de waarheid van het Evangelie. Laten we toch in onze contacten een zoutend zout zijn. Eerlijk en oprecht, zonder slimmigheden of trucs.

Het kan zijn dat je op een gegeven moment door vele negatieve reacties ontmoedigd raakt. Ja, je kunt niet eindeloos bij dezefde mensen doorgaan. Als de reacties negatief zijn en blijven, moet je je erbij neerleggen. In de Bijbel staat wat de Heere Jezus adviseert aan zijn discipelen bij schampere haatdragende reacties op het evangelie: “werp de parels niet voor de zwijnen” (Matt. 7:6) of bij negatieve afwijzende reacties: “schudt het stof van je voeten” (Matt. 10:14). Maar dan zul je toch ook weer anderen kunnen benaderen.

Evangelisatie begint bij jezelf als kerklid of als gezin in de kerk. Je richt je op je naaste die de Heere op je weg heeft geplaatst. Je buren, je kennissen, je collega’s, je medescholieren of medestudenten of andere contacten. Misschien zelfs je kinderen als die van de Heere en Zijn kerk vervreemd zijn. Dat is ook tegelijk de echte naastenliefde: de ander het heerlijk evangelie van Christus voorhouden als Woord van behoud.

Wij moeten ook niet slim willen zijn met onze evangelisatiemethoden. Gewoon Gods Woord doorgeven, dat Woord citeren, uitleggen, de boodschap ervan samenvatten. Dat vraagt wel degelijk activiteit van ons: drempels overwinnen, kennis vergaren, je toeleggen om het door te geven, gesprekken aangaan. En dat alles in gebed brengend en levend met en voor de Heere.
Dat is aan de ene kant een levenslange opgave. Aan de andere kant is evangelisatie niet iets wat je “erbij” doet, maar wat onderdeel is van je geloofsleven, onlosmakelijk verbonden met het leven in het verbond.

Evangelisatie is ook niet allereerst iets voor een commissie van de kerkenraad. Nee, het eerste en allerbelangrijkste is dat je jezèlf daarin geeft aan de Heere. Bij het beantwoorden van de vraag: wat heeft de Heere ons nog overgelaten aan mogelijkheden, is het antwoord: Zijn Woord, Zijn Geest en Zijn discipelen, Zijn kerk! Eigenlijk alles dus.
Dan kan het nog wel nodig zijn dat je in de kerk ondersteuning en toerusting nodig hebt. Hulp van anderen in de kerk om je kennis te vergroten en om de vaardigheid om een gesprek te voeren, te verbeteren.
De kennis die je allereerst nodig hebt, is kennis van Gods Woord. Daarnaast ook kennis van dwalingen en secten. Kennis van de belijdenisgeschriften die die dwalingen weerleggen. Kennis ook van het leef-  en denkklimaat van de mensen van de wereld van onze tijd. Om zo alles toetsend aan Gods Woord te kunnen beoordelen. En dat uit te kunnen leggen aan de ander.
Dat zal de een overigens van huis uit beter kunnen dan de ander. Er is ook hier verschil in gaven. Maar we kunnen wel allemaal door de Geest van God ons inzetten en leven naar Zijn Woord.

Naast het onmisbare van kennis en onderscheidingsvermogen zijn ook vaardigheden nuttig. Om bijvoorbeeld te weten: hoe begin je een gesprek met een ongelovige over het Evangelie? Wat kun je het beste in het begin van een contact, en wat later aan de orde brengen?
Inhoudelijke en technische hulp kan zeker bevorderlijk zijn voor ieders evangeliseren. Het is een goede zaak als daar aan gewerkt wordt. Maar het belangrijkste is toch wel ieders bereidheid en inzet om dat in eigen leven te doen. Als dienstknecht van de Heere. In dienst van Zijn koninkrijk.

Hoe staat het nu met georganiseerde evangelisatie, vroeger ook wel met een vreemde uitdrukking “opzettelijke evangelisatie” genoemd? Ook daarover moet worden nagedacht. Daar heeft art. 26 van de KO ook betrekking op.
Met de schaarste aan krachten zoals nu in de kerk, zou ook meer gebruik gemaakt kunnen worden van het internet. Dat gebeurt al door het uitzenden van kerkdiensten. Maar dat zou kunnen worden uitgebreid door een website met uitleg, toelichting en toepassing van Bijbelgedeelten. Ook kun je daarbij doorverwijzen naar meer persoonlijk contact en naar kerkdiensten.
Mensen die je persoonlijk hebt benaderd kun je uitnodigen om mee te gaan naar de kerk.

Ook kan een Bijbelcursus beschikbaar gesteld worden op papier of het internet of beide. Er is een goede oudere cursus die nog steeds goed leesbaar is: “Een geschenk uit de hemel”. Die zou als er geen auteursrechten op zijn, gemoderniseerd kunnen worden. In de persoonlijke contacten kan dan op zo’n Bijbelcursus gewezen worden. Ook zal meer uitgesproken uitgenodigd kunnen worden om zondags mee te gaan naar de kerk.

Zo zijn er in feite volop mogelijkheden aan ons overgelaten om de opdracht van de Heere op te volgen en Zijn Geest in ons te laten werken.
Laten we ons hiervan bewust zijn. En laten we ons niet laten afschrikken, en ons zeker ook niet terugtrekken. Want de Heere heeft ook ons verzekerd: “En zie, Ik ben met U al de dagen tot aan de voleinding van de wereld. Amen”(Matt. 28:20).

Source URL: https://www.bouwen-en-bewaren.nl/2025/10/11/evangelisatie-als-opdracht-6-slot/