LEZEN: Rom. 6:15-23: … Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde eeuwig leven. Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere.
De gelovige is niet meer onder de wet, maar onder de genade, zegt vers 14. Maar dat betekent niet dat er geen zonde meer is. De gelovige is rechtens vrij van de zonde: hij is ervan vrijgekocht (vs.7): de zonde kan geen aanspraak meer op hem maken.
Maar dat wil niet zeggen dat je als gelovige zonder zonde bent. De zonde zal steeds weer proberen ons te heroveren. Als wij onder de genade zijn, en weten dat onze zonden ons vergeven worden, mag dat geen reden zijn om maar te blijven zondigen.
We zijn toch geen slaaf meer van de zonde (vs.16)? Gehoorzaam dan niet langer aan de zonde maar gehoorzaam de HEERE. Dan is er geen uitzicht op de dood maar op de gerechtigheid, dat is hier vrijspraak van de dood.
Het komt er in ons leven op aan wie wij dienen: de zonde (satan) of God. Dat laatste is dan wel aan God Zelf te danken (vs.17).
Vrijheid is geen houding van niets doen. We zijn vrij van de slavernij van de zonde om God te gehoorzamen en Hem te behagen als Zijn dienstknecht. Geloven is een actieve zaak. Het moet ons uit genade geschonken worden, maar de Heere vraagt een levend geloof.
Als je je laat leiden door de zonde kom je los van de gerechtigheid. Het komt erop aan de leer van het ware evangelie te volgen (vs. 17). Niet de leer om “onder de wet” te zijn, ook niet de leer om “zonder de wet” te zijn; die leiden tot de dood. Maar deze ware leer van genade en heiliging in Christus leiden tot het eeuwige leven waarin God gediend wordt.
Het genadeloon dat volgt op het geloofsleven in dienst aan de Heere is voor ons een sterke stimulans om rijk te zijn in goede werken. Dat is God aangenaam.
Wanneer begint het eeuwige leven?
Zingen: Ps. 103:4