LEZEN: 1 Kon. 4:1-34: … Salomo heerste over alle koninkrijken van de rivier de Eufraat tot het land van de Filistijnen en tot aan de grens van Egypte. Zij brachten geschenken en dienden Salomo al de dagen … God gaf Salomo wijsheid, zeer veel inzicht en groot verstand …
Er breekt nu een tijd aan zoals Israël die niet eerder heeft gekend als volk: het vrederijk onder koning Salomo. Het invloedsgebied van Israël is nog nooit zo groot geweest en zal ook nooit meer zo groot worden.
Het koninkrijk van Salomo strekt zich boven Egypte uit van de Eufraat in het oosten tot de Middellandse zee waar de Filistijnen wonen in het westen. De volken buiten Kanaän dienen de koning. Alles wijst op voorspoed.
Ook getalsmatig breidt het volk Israël zich uit; een schatting komt uit op meer dan zes miljoen inwoners. Daarbij is er overvloed aan eten en drinken. Men is vooral blij omdat er vrede heerst. Dat wordt heel treffend omschreven in vers 25: “Juda en Israël woonden onbezorgd, ieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgenboom, van Dan tot Berseba, al de dagen van Salomo”.
Ook in de onderworpen regio’s met andere volken is er vrede. Die vrede met handhaving van recht, rust en voorspoed onder de bevolking wordt door koning Salomo gewaarborgd door de aanstelling van een groot aantal ambtenaren, “vorsten” en “opzichters” genoemd. Deze zijn het volk tot zegen.
Niets lijkt meer op de tijd van de richteren, waar het vaak chaos was: iedereen deed toen wat goed was in eigen ogen. Nu laat Salomo in zijn regering zien dat de HEERE door hem regeert: er is ware theocratie, waarover Gods zegen komt.
Ook de tijd van David kende na het verslaan van buitenlandse vijanden nog niet zo’n vrede, vanwege alle interne intriges en onrust.
Salomo heeft het zelf aan zijn hof ook heel goed. Zijn paarden zijn niet te tellen, wat een aanduiding is van de omvang van zijn strijdkrachten. Ook is de door God geschonken wijsheid aan Salomo met niemands wijsheid te vergelijken.
Over alle dingen en schepsels sprak hij wijze woorden. Ook maakte hij heel veel liederen (zoals Ps. 127). Dat alles trok grote belangstelling van vele aanzienlijken over de wereld.
Met wie kan Salomo wel vergeleken worden?
Zingen: Ps. 72:2,3