by T.L. Bruinius | 10 november 2025 11:15
Over de kerkzang in de eerste eeuwen is niet zo heel veel bekend. Er zijn maar weinig schriftelijke bronnen. Waarschijnlijk werden in de eerste eeuwen na Pinksteren in de erediensten veel psalmen gezongen maar langzamerhand ook steeds meer andere liederen. O.a. de lofzangen van Maria en Zacharias. Maar mensen maakten ook zelf nieuwe liederen. Vooral lofzangen of, met een woord dat hetzelfde betekent, hymnen.
Ambrosius
In die eerste vierhonderd jaar werd er veel gezongen op de manier zoals we die kennen uit het Oude Testament en de synagoge. Met een voorzanger waarbij de gemeente inviel met nazingen of met een refrein. Of met beurtzang.
Maar belangrijk was dat wel de héle gemeente zong. Psalmen en lofzangen. En dat zingen van de gemeente, de kerkzang, ontwikkelde zich.
Een belangrijke naam bij die ontwikkeling is die van Ambrosius, bisschop van Milaan. Een tijdgenoot van Augustinus. Misschien kent u hem nog uit de verhalen van de kerkgeschiedenis. Hij leefde van 339 tot 397. Hij speelde een rol in de bekering van Augustinus tot het christelijke geloof. Ook werd hij bekend doordat hij het aandurfde om keizer Theodosius I onder tucht te stellen.
Lofzangen
Ambrosius hield zich o.a. bezig met de bestrijding van de leer van Arius (deze ontkende de drie-eenheid en zag Christus als geschapen, niet een van wezen met God de Vader). In de oosterse kerken, zeg maar in wat we nu het Midden-Oosten noemen hadden de volgelingen van Arius, ook lang nadat deze was overleden, veel invloed. En één van de manieren waarop ze toch, ondanks kerkelijke verboden, de leer van Arius probeerden te verspreiden, was door middel van lofzangen. Mooi klinkende, fijn te zingen lofzangen voor de gemeente. Waarin ondertussen de leer van Arius verpakt zat. En daarmee hadden de Arianen helaas veel succes.
Ambrosius stimuleerde daarom het maken en zingen van andere lofzangen. Daar tegenin. Hymnen waarin de Bijbelse leer van de drie-eenheid naar voren kwam. Ambrosius had daarvoor zelfs een soort muziekschool in Milaan van waaruit de ‘Ambrosiaanse’ lofzangen werden verspreid in de kerken. En dat waren er niet weinig.
Uit die tijd stamt het onder musici bekende ‘Te Deum’ (‘Aan U, o God’) waaruit o.a. ons Gezang 30 is voortgekomen.
Een van de bijzondere kenmerken van de Ambrosiaanse lofzangen is dat ze niet óver het werk van de HEERE gaan maar dat ze áán Hem gericht zijn. Lof en aanbidding van de HEERE.
Gemeentezang
Bijzonder om te noemen is ook dat die lofzangen echt door de gemeente gezongen werden. Al in de tijd van Ambrosius begon het in de kerken de gewoonte te worden dat psalmen vooral door ‘geestelijken’ werden gezongen, al of niet met een koor. Maar de nieuwe lofgezangen werden aanvankelijk gezongen door de hele gemeente.
Gregorius
Belangrijk voor de ontwikkeling van de kerkzang in de Middeleeuwen was ook Paus Gregorius I. Hij heerste over de westerse kerken van 590 tot 604. Deze paus vond het erg belangrijk dat in alle kerken in Europa het zelfde gezongen werd. Hij richtte op allerlei plaatsen zangscholen op om daarvoor te zorgen. In zijn tijd veranderde de manier van zingen. Het werd wat we tegenwoordig noemen ‘Gregoriaans’. Die Gregoriaanse zangwijze werd uiteindelijk in heel de Rooms-Katholieke Kerk opgelegd. Vaak onder dwang. Soms met hulp van regerende vorsten, bijv. de bekende Karel de Grote.
Van gemeentezang naar gewijde zang
Dat was geen verbetering. Bij het Gregoriaans werd schoonheid heel belangrijk. Daarom werd de zang in de kerk steeds meer uitgevoerd door geschoolde mensen. De priester en geoefende koorleden. Ja, vaak heel mooi. Indrukwekkend. Rustgevend. Tot op de dag van vandaag kunnen mensen daarvan genieten. Maar het gevolg was dat de kerkzang weg werd gehaald bij de leden van de gemeente. Weggehaald bij de ‘gewone’ kerkleden. Je zou kunnen zeggen: terug naar de oude bedeling. Voordat Christus alles anders maakte. Dat was, hoe mooi en hoog-muzikaal en gewijd die zang ook werd, achteruitgang. Verlies.
Onmondig
De ontwikkeling van het Gregoriaanse zingen ging ook ten koste van de psalmen. De inhoud van de kerkzang veranderde. Daar kwam bij dat de zangtaal het latijn werd. De taal van Rome werd de officiële kerktaal. Gewone leden kònden ook niet meer zingen. Het gebruik van het orgel, zeg maar de muziek, kreeg langzamerhand ook een steeds zelfstandiger plaats in de eredienst, i.p.v. alleen een begeleidende rol. En dat ging samen met de ontwikkeling van een vaste liturgie waarbij de mis centraal kwam te staan i.p.v. de Woordverkondiging.
De gemeente werd letterlijk onmondig. En die ontwikkeling ging door, ook in de latere Middeleeuwen. Samen met de afval in de leer, met het loslaten van de Bijbelse leer van de verlossing.
Dat is iets om ons goed te realiseren. We zien in de kerkgeschiedenis dat achteruitgang in de kerkzang meestal samen gaat met het loslaten van de Bijbelse leer.
We zijn ons er van bewust dat we zo me heel grote stappen door duizend jaar geschiedenis van de kerkzang gaan. Maar het gaat er om de grote lijnen te laten zien.
Pas met de komst van de Reformatie werd die neergaande ontwikkeling doorbroken. Door de Reformatie werden het Woord, de sacramenten en het ambt terug gegeven aan de gemeente maar ook de kerkzang.
Luther
Aan het begin van de Reformatie heeft Maarten Luther heel veel invloed gehad op de kerkzang. Al in 1523 schreef Luther dat er in de kerkdiensten door de geméénte gezongen moest worden. Hij was daar heel duidelijke in en zette zich in om dat zingen mogelijk te maken. In 1524 schreef hij aan Spalatinus (werkzaam aan het hof van de keurvorst van Saksen, de beschermer van Luther) over het zingen van de Psalmen : „Ik ben van plan, naar het voorbeeld van de profeten en de oude kerkvaders voor het volk Duitse psalmen te maken, d. w. z. geestelijke liederen, opdat het Woord Gods ook door middel van het lied onder de mensen blijve. Wij zoeken daarom overal dichters. Daar gij nu de Duitse taal zo goed beheerst en hierin zo welbespraakt zijt, verzoek ik u, met ons de hand aan het werk te slaan en te trachten één van de Psalmen te berijmen. Hier hebt gij er een voorbeeld van (Luther sloot dus één van de Psalmen, die hij zelf berijmd had, als voorbeeld in). Ik wil echter, dat nieuwe woorden zorgvuldig worden vermeden, dat dus alle woorden heel eenvoudig en gewoon, maar toch zuiver en welgekozen zijn, zodat het volk ze begrijpen kan, vervolgens ook dat de berijming van deze Psalm de bedoeling van de Psalmwoorden duidelijk weergeeft”.[i]
Psalmen en geestelijke liederen
Daaruit, en ook uit andere geschriften, wordt duidelijk wat Luther belangrijk vindt: het gaat om Gods Woord, om dat uit te dragen en om te zorgen dat er kennis van Gods Woord onder de mensen blijft.
Ook geeft hij aan dat de psalmen in begrijpelijke woorden moeten worden weergegeven. Te begrijpen voor de ‘gewone’ kerkleden.
En de bedoeling van de psalmwoorden moet helder blijven.
Een heel goede zaak. Tegelijk geeft Luther in een ander schrijven aan dat daardoor, door het gebruik van eenvoudige taal, er wel af en toe heel vrij moet worden vertaald. Voorbeelden daarvan, u kunt het zelf nalezen, zijn onze Gezangen 33 en 34. “Een vaste burcht”. Luther dichtte dat lied zelf en gaf het uit in de bundel ‘Geistliche Lieder aufs neu gebessert’ in 1533. In feite een heel vrije berijming/bewerking van Psalm 46!
Ook dichtte Luther, samen met anderen, heel veel nieuwe liederen. Vaak heel mooie liederen ook, die vandaag nog aanspreken. Ons Gezang 28 bijvoorbeeld komt uit die ‘Lutherse traditie’. (1539). In latere tijd overvleugelen die vrije liederen de psalmen. Ook hield Luther wel de koorzang in de eredienst voor een deel in stand.
We kunnen daar allerlei terechte vraagtekens bij zetten. Bijvoorbeeld of Luther niet té vrij berijmde en dichtte. Of er niet té veel vrije liederen werden gepubliceerd. Maar feit blijft dat het werk van Luther een grote invloed had op de kerkzang na de Reformatie. Er werd in de kerkdienst weer gezongen door de gemeente. En die invloed beperkte zich niet tot de Lutherse kerken in Duitsland. Het had invloed op heel de Reformatie.
Maar er is meer van te zeggen. Over de invloed van Calvijn en andere niet-lutherse voorgangers.
Daarover willen we in een volgend artikel iets vertellen.
(wordt vervolgd)
[i] Geciteerd via een artikel op Digibron
Source URL: https://www.bouwen-en-bewaren.nl/2025/11/10/kerkzang-4/
Copyright ©2025 Bouwen en Bewaren unless otherwise noted.