LEZEN: 1 Kon. 19:4,5a: Hij zei: Het is genoeg. Neem nu mijn leven, HEERE, want ik ben niet beter dan mijn vaderen. …
Elia zit onder een bremstruik en bidt om te sterven. Hij zegt: het is genoeg”! Neem nu mijn leven, HEERE … Sommige uitleggers vragen begrip voor dit verzoek van Elia. De moegestreden profeet is geknakt. De smaad van God is hem te veel geworden. Heeft hij geen recht van spreken nu de profeet zich wil afmelden bij zijn Opdrachtgever?
Toch moeten we niet vanuit menselijk standpunt maar naar Gods Woord een oordeel vormen. Elia zegt tegen de HEERE als dienstknecht: ik wil niet verder. Het moet nu maar genoeg zijn.
Hoe invoelbaar het ook is, zijn verzoek past niet bij de voortgang van Gods heilsgeschiedenis. Want de HEERE God wil wèl verder met Zijn volk. Hij wil hen voorbereiden op de komst van de Messias. Daarvoor had God Elia’s machtige gebeden laten uitspreken en verhoord!
Elia was eerst nog bang om te sterven (vers 3), nu wil hij er een punt achter zetten. Hij ziet geen enkele zin meer in voortleven en bidt: HEERE, U moet van mij niets meer verwachten; het houdt op. Neem nu mijn leven.
Elia geeft uit wanhoop zijn levenstaken op. Maar daarmee miskent hij Gods almacht en trouw. Was het niet steeds de HEERE geweest die hem moed en krachten had geschonken? Eigenlijk zegt hij: HEERE, alles van U is mislukt. Ik ben teleurgesteld in U. Ik verwacht het niet meer van U.
Maar laten wij Elia als oudtestamentische profeet niet veroordelen. Staan wij zo sterk in het geloof als er grote tegenslagen komen bv. in de kerk? Elia’s wanhoop roept om de Christus Die Zich tot het uiterste zal overgeven. Door Hem kon Paulus wel genoeg hebben aan Gods genade om in zijn zwakheid Gods kracht te volbrengen (2 Kor. 12:9).
In Christus kunnen wij meer dan overwinaars zijn (Rom. 8:37). De twee getuigen in Openb. 11 volharden in de gestalte van Mozes en Elia in hun profetische taak ondanks alle weerstand, zelfs tot aan hun dood.
Bent u/ben jij wel eens moedeloos m.b.t. de kerk?
Zingen: Ps. 14:3,4
