LEZEN: Haggaï 1:12-2:1
Toen luisterde Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, met Jozua, de zoon van Jozadak, de hogepriester, en heel het overblijfsel van het volk, naar de stem van de HEERE, hun God, en naar de woorden van de profeet Haggaï, die de HEERE, hun God, gezonden had; en het volk was bevreesd voor het aangezicht van de HEERE. Daarop sprak Haggaï, de bode van de HEERE, krachtens de boodschap van de HEERE tot het volk: Ik ben met u, spreekt de HEERE.
En de HEERE wekte de geest op van Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, landvoogd van Juda, en de geest van Jozua, de zoon van Jozadak, de hogepriester, en de geest van heel het overblijfsel van het volk. Toen kwamen zij en begonnen het werk aan het huis van de HEERE van de legermachten, hun God, te doen, …
Zerubbabel, Jozua en het volk luisteren naar de stem van de HEERE. Wat is dit een zeldzaam mooi getuigenis! Het zou altijd zo moet zijn als God waarschuwt. Maar hoe vaak wordt er dan niet afwijzend of lauw gereageerd?
Maar hier aanvaarden ze het als Gods betrouwbare en zaligmakend Woord. Ze merken op dat de HEERE hun God is. Het staat er twee keer: de HEERE, hun God. Hij wil hen het goede geven, maar daarvoor is wel bekering nodig.
Terwijl vóór de ballingschap de oren werden dichtgestopt voor Gods profeten, wordt nu geluisterd in eerbiedige luisterhouding. Het is de HEERE Die deze bekering bewerkt door middel van het profetische woord.
Volk en leiders moeten leren dat God altijd trouw en gehoorzaamheid van hen blijft vragen. Zo erkennen Jozua, Zerubbabel en het volk hun schuld en nalatigheid. Ze vrezen de Heere, dat is: ze tonen hun afhankelijkheid van en ontzag voor Hem.
Dan gaat de HEERE hen ook bemoedigen. Hij laat Zijn kinderen niet los. “Ik ben met u” zegt Hij. Dat zijn verbondswoorden van Jahweh tot het overblijfsel van het volk. Hij gaat met hen mee, als ze Hem trouw blijven.
Dan werkt de HEERE ook daadwerkelijke gehoorzaamheid uit: ze gaan allemaal aan het werk!
Luister je ook zo naar aansporingen in de preek?
Zingen: Ps. 46:2
