LEZEN: Haggaï 2:11-14: … Zo zegt de HEERE van de legermachten: Vraag toch de priesters onderwijs in de wet. Zie, iemand draagt geheiligd vlees in de punt van zijn kleding en raakt met de punt ervan brood, gekookt voedsel, wijn, olie, of welk voedsel dan ook, aan; wordt het dan heilig? Toen antwoordden de priesters en zeiden: Nee. Daarop zei Haggaï: Als iemand die onrein geworden is door een dood lichaam, iets van al die dingen aanraakt, wordt het dan onrein? Toen antwoordden de priesters en zeiden: Het wordt onrein.
Weer komt er een boodschap van Haggai namens de HEERE van de legermachten. Hij stelt twee vragen aan de priesters die onderwijs geven. De bedoeling van de HEERE is om Zijn volk met twee voorbeelden te leren welke levenshouding Hem aangenaam is.
De eerste vraag houdt in of je met iets dat naar de wet heilig en zuiver is, iets anders kan toedekken wat niet heilig en niet zuiver is. Kun je met het een het ander goed maken? Kun je door een aanraking van geheiligd vlees andere levensmiddelen alsnog heilig maken?
Het antwoord van de priesters is duidelijk: nee. De toepassing is: als je hart niet heilig is, niet vol vuur om de Heere te dienen, kun je dat niet goedmaken met het brengen van een offer, ook als dat een offer is naar de wet. Als de offerdienst van de priesters niet hartelijk gemeend is, wordt dat onreine hart niet bedekt door het offer.
De tweede vraag is net andersom: Kan de aanraking met iets onreins andere dingen ook onrein maken? Ook nu weten de priesters het: jazeker, dat is wel zo.
Door te zondigen zonder vergeving te vragen, gaat uiteindelijk alles fout. Je bent niet meer uit één stuk. Als je het goed praat om de Heere op jouw manier te dienen, dan gaat het overal mis Dan is godsdienst niet meer zuiver.
De zonde vreet door: je wordt huichelachtig, je praat goed wat niet goed is. Wat is je godsdienst dan waard? De HEERE zegt: zelfs je offerdienst is dan onrein (vs.14).
Hoe staat het met je hart? Is er hartelijke liefde tot God? Oprecht berouw? Zingen: Ps. 15:1
