LEZEN: Joh. 8:1-11: …Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen …
Deze gebeurtenis wordt in de andere evangeliën niet genoemd. Een vrouw die op heterdaad betrapt is bij het begaan van overspel, wordt door de schriftgeleerden en Farizeeën naar Jezus gebracht.
Een zeer bedenkelijke actie, zeker gezien de recente gebeurtenissen. De Farizeeën noemen hem toch een volksverleider en tonen hun intense afkeer van Hem? Deze zgn. vrome leiders willen Jezus nu de mond snoeren. Als ze Hem iets kunnen laten zeggen, waardoor Hij in strijd komt met de wet van Mozes, is Zijn gezag gebroken (zie vs.6).
Ze willen met hun duivelse list Zijn heilswerk blokkeren. En zo brengen ze dan deze vrouw tot Jezus in het midden van allen die naar het onderwijs van Jezus luisteren. Iedereen kan alles goed zien en horen. De vrouw heeft een ernstige zonde begaan. Dat staat voor hen vast. Ze hoort bij het volk dat de wet niet kent. Ze vragen Jezus naar Zijn mening.
Maar de Heere die de harten van deze mensen kent (vgl. 2:25;6:64), antwoordt helemaal niets! Hij bukt zich en schrijft met Zijn vinger op de grond. Wat Hij schrijft doet er niet toe; Hij neemt de houding aan van iemand die zich terugtrekt! Stil en zwijgend laat Jezus zo Zijn verbijstering zien over deze duivelse actie. Hier wil Hij niet aan mee doen. Maar ze blijven aandringen. Dan spreekt Hij die bekende woorden van onze tekst: “Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen”.
De Heere wijst een oordeel niet af. Maar Hij maakt duidelijk dat deze Schriftgeleerden en Farizeeën, niet bevoegd zijn tot dat oordeel.
Dat oordeel komt God de Vader toe en daarom alleen wie Hij daarvoor als rechter heeft aangewezen: de priester. In de Bergrede zegt Jezus: “Oordeelt niet en u zult niet geoordeeld worden.”
Wel wijst Hij de vrouw op haar zonden: zondig niet meer. Zo helpt Hij haar haar zonden te belijden, en geeft Hij op zachtmoedige wijze ruimte voor bekering en herstel (Ez. 18:23;Gal.6:1). Daarin is Hij ons tot voorbeeld.
Welk antwoord hebben de Farizeeën verwacht en waarom?
Zingen: Ps. 51:4,5
