LEZEN: Dan. 6:1-10 … daarop tekende … Darius het bevelschrift ….
De ballingschap is een donkere tijd. Gods volk is verstoken van de geregelde eredienst in de tempel. Men leeft in een heidense, goddeloze wereld, waarin de dienst aan afgoden wordt afgedwongen en de koning zich een god voelt.
Maar in het handelen van Daniël en zijn vrienden zien we hoe de HEERE in Zijn trouw Zijn kerk staande doet houden zelfs in een wetteloze en meedogenloze wereld. Daniël wordt onder de derde koning op een rij tot een hoog wereldlijk ambt geroepen.
Darius, koning van de Meden, voert een hervorming uit op regeringsniveau. Hij stelt nieuwe bestuurders aan. Zo moet ook de al heel oude Daniël na 65 dienstjaren opnieuw aantreden. Hij wordt zelfs één van de drie rijkbestuurders.
Ook deze koning merkt op dat Daniël een uitnemende geest bezit (vs.4). Daniël blinkt uit in praktische wijsheid en bestuurlijk inzicht; hij is ook betrouwbaar en trouw aan de koning die door de Heere boven hem is gesteld. Koning Darius wil hem daarom zelfs over heel zijn koninkrijk stellen.
Maar dan worden de andere bestuurders jaloers. Zal deze Jood boven hen gesteld worden? Zijn plichtsgetrouwheid zal het ze nog moeilijk kunnen maken. Ze verzinnen een list om van hem af te komen.
Hun aanval op de godsdienst van Daniël is bij hen een middel om dat doel te bereiken. Zo zijn ze werktuig in de handen van satan. Want Daniël is vooral een trouw dienaar van de allerhoogste God.
Ezechiël 14 noemt Daniël naast Noach en Job een rechtvaardige. Dat is een gelovige die gehoorzaam Gods wil wil uitvoeren; hij wil niet naar links of rechts afwijken, maar rechte wegen gaan, en daarbij zijn vertrouwen op de Heere stellen.
De bestuurders willen hem nu pakken op zijn trouw aan God. Ze broeden een listige plan uit: 30 dagen lang mag men niet bidden tot zijn eigen God, maar wel tot Darius. Op straffe dat men bij overtreding van dit bevel in de leeuwenkuil wordt geworpen.
De koning gaat akkoord. Daarmee wordt het als wet van Meden en Perzen onherroepelijk. Daniël weet hiervan. Wat zal hij doen?
Is er in onze tijd echte vrijheid van godsdienst?
Zingen: Ps.17:3
