28 JULI 2025 – EEN VERACHTELIJK MAN

LEZEN: Dan. 11:1-30: … zijn hart zal tegen het heilig verbond zijn

Onder koning Darius de Mediër, komt er nog een uitgebreide nieuwe openbaring van de Man, Gods Zoon (10:5,6). Deze sluit aan bij hoofdstuk 10 en werkt uit wat deze Man in 10:14 zegt: “Ik ben gekomen om u inzicht te laten krijgen in wat uw volk in later tijd zal overkomen, want er is nog een visioen voor die dagen”.

Die latere tijd betreft in hoofdstuk 11 de periode tot aan 164 jaar vóór de komst van Christus. Vers 2 spreekt over het Perzische rijk, het rijk van zilver in de droom van Nebukadnezar (2:39); het is ook al genoemd in hoofdstuk 8 als de ram met twee hoorns (8:20). Van dat rijk wordt genoemd de vierde koning na Darius: Xerxes, die tevergeefs de strijd tegen het Griekse rijk is aangegaan.

Dan komt Alexander de Grote van het Griekse rijk (de geitenbok in 8:5). Hij heeft geweldige macht maar sterft vrij jong. Na hem valt het Griekse rijk uiteen en verliest zijn kracht (zie 8:8). Nu komen de wereldmachten aan de orde, die hun invloed uitoefenen op Israël.

De Man, Gods Zoon, vraagt gedetailleerd aandacht voor allerlei menselijke verwikkelingen m.b.t. de strijd om de macht. Vers 5 wijs op Ptolemaeus, die na de dood van Alexander de grote een deel van zijn rijk krijgt.

Daarna zijn er onderlinge verbintenissen en meerdere intriges die ertoe leiden dat uiteindelijk een verachtelijk mens aan de macht komt (vs.21). Dat is Antiochus Epifanes IV van het noorden (Syrië). Door vleierijen en listen weet hij het koningschap te grijpen.

Vanaf vers 25 wordt zijn aanval tegen Egypte (het zuiden) beschreven. Als beide koningen (van het noorden en het zuiden) elkaar als familieleden ontmoeten, loopt dat niet goed af. Antiochus komt er met rijke oorlogsbuit weg.

Op de terugreis gaat hij naar Jeruzalem. Daar is een opstand uitgebroken. Die slaat hij neer en schendt daarbij de tempel, ontwijdt het brandofferaltaar en rooft het gouden altaar, en allerlei gouden voorwerpen: Antiochus’ hart is tegen het heilig verbond (vs. 30). Deze wereldse koning zaait haat en verderf, maar staat vooral op tegen God en Zijn volk 

Met wie is deze verachtelijke man te vergelijken?

Zingen: Ps. 74:3,4,12

Pdf maken (via Printen)