LEZEN: Dan. 12:5-13: … welzalig hij die blijft verwachten …
Hoe lang zal deze tijd van verdrukking en verleiding nog kunnen duren? Vanaf vers 6 krijgt Daniël daarover iets te horen. De Man in de linnen kleren, Gods Zoon, Die boven het water van de rivier de Tigris zweeft, geeft antwoord op Daniëls vraag met een eed bij God Die eeuwig leeft (vs.7).
Hij steekt daarbij zelfs beide handen omhoog om dit extra te benadrukken: er mag geen ènkele twijfel bestaan hoe lang de verdrukking duurt, namelijk: een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft.
En Hij voegt eraan toe: “wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen.”
De kerk zal dus ernstig beschadigd en heel klein worden. Maar dan zal ook de jongste dag aanbreken. Dan maakt de Heere een definitief einde aan alle verdrukking. Net zoals Antiochus Epifanes plotseling op de door God bepaalde tijd zijn einde vond, zal de mens van de wetteloosheid in een oogwenk worden uitgeschakeld, alleen al door de adem van Christus’ stem bij Zijn wederkomst (2 Tess. 2:8). Christus triomfeert, dat staat vast!
De periode van “een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft” staat ook al in Dan. 7:25 vermeld. Ook daar spreekt God over de verdrukking van de heiligen, het veranderen van de wet door een wrede koning.
Het gaat over de zelfde zaak als in hoofdstuk 11 en 12. “Tijd” wil zeggen: de verdrukking zal lang duren. “Tijden”: betekent: als je denkt dat het over is, zal blijken dat het nog veel langer duurt. Maar dan volgt een “halve tijd”: God zal dan de tijd van verdrukking afbreken.
Want zo zegt de Heere in Matt. 24:22: als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden.
God bepaalt alle tijden, ook juist de laatste dag van Christus’ wederkomst. Dan is alle leed geleden en begint de eeuwige heerlijkheid, waaraan nooit meer een einde komt. Het doel van de verdrukking is reiniging, loutering om het ware geloof vast te houden. Laten wij volharden in geloof en Christus blijven verwachten (vs. 12)!
Verwacht je Christus elke dag?
Zingen: Gez. 34:1,3