LEZEN: Ps. 86:1-13
Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart. – Jer. 29:11-13
Als er één zaak belangrijk is voor elke dag van ons leven, is het naast Bijbellezen ons gebed tot onze God en Vader in de hemel. In de Bijbel spreekt God tot ons, en in ons bidden antwoorden we Hem en vragen we Hem om dat wat nodig is voor ons leven als Zijn kind. Alles in je leven is daaraan ondergeschikt. Of dat nu je huishouden, je schoolwerk, je opleiding, je beroep, kerkenwerk of je vrije tijd betreft. Daar staan we misschien te weinig bij stil.
Bidden wordt gauw iets dat er nog even bijkomt. We bidden als goede gewoonte voor en na ons eten, en als we naar bed gaan. Maar hoe bidden we dan? Zijn we ons daarbij bewust wat bidden is? Of doen we het als het ware op de automatische piloot? Beseffen we dat ons gebed bedoeld is om God te zoeken? Dan zal Hij Zich laten vinden en naar ons luisteren! Om ons het goede, vrede, toekomst en hoop te geven. Maar alleen als wij naar Hem vragen, niet uit sleur, niet met een dubbel hart, maar met heel ons hart (Jer. 29:13).
Voor zo’n hartelijk zoeken en vragen is nodig dat wij God kennen uit Zijn Woord. In de Bijbel komt God naar ons toe met Zijn verbondsbeloften in de Heere Jezus Christus. Beloften van verzoening en vrede. Beloften van een heerlijke toekomst. Zekere beloften die ons vaste hoop geven.
Ook maakt God ons Zijn verbondseisen bekend. Hij geeft Zichzelf aan ons in Zijn liefde, maar wil ook dat we daarop reageren. Dat is niet iets wat erbij komt in ons leven! Dáárvoor heeft Hij ons geschapen: om te reageren op Zijn liefde.
Is bidden voor jou een zaak van je hart?
Zingen: Ps. 86:4