Kerkzang 3

Kerkzang 3

T.L. Bruinius

Als we het hebben over de vraag: wat moeten we zingen? is het goed om nog eens naar het Nieuwe Testament te kijken.  We lezen niet veel over de zang van de gemeente, de kerkzang. Eigenlijk, behalve in Openbaring, maar op 2 plaatsen. We denken dat het goed is om die twee Bijbelplaatsen naar voren te halen. Ze werden en worden vaak aangehaald in gesprekken en discussies als het gaat over de vraag: mogen en moeten we gezangen zingen? Mee op de uitleg van die woorden van Paulus, dat zijn de woorden van de Heere, werden en worden belangrijke besluiten genomen.

Psalmen, lofzangen en geestelijke liederen
Dan gaat het om onderstaande teksten.

….. en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart.”  Efeze 5: 19.

Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen: onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht in alle wijsheid en zing voor de Heere met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, met dank in uw hart.” Kolossenzen 3: 16.

Psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Wat wordt hier precies bedoeld? De meningen zijn daarover verdeeld. We geven hier enkele. Voornamelijk gericht op de uitleg van Efeze 5: 19. De uitleg van Kolossenzen 3: 16 verschilt hier niet wezenlijk van. Uitleggers kijken naar de grondtekst en naar het geheel van Gods Woord. Gods Woord is immers één?

Geen psalmen?
In een hedendaags boek over de geschiedenis van het kerklied[i] lezen we:
“Reeds de apostel Paulus wekt de gelovigen op om ‘psalmen, hymnen (lofzangen, TLB) en geestelijke liederen’ zingen. Of Paulus hiermee doelde op de genres (soorten, TLB) zoals die uit latere overlevering bekend zijn, is echter de vraag. Waarschijnlijk had Paulus met ‘hymne’ niet een strofisch lied (verdeeld in coupletten, TLB) op het oog en dacht hij bij ‘psalm’ niet aan de 150 psalmen uit het Oude Testament. De termen ‘psalm’ en ‘hymne’ duiden slechts ‘geestelijk loflied’ aan, zonder dat er aan een bepaalde vorm, inhoud of herkomst gedacht wordt.”
Daarna wordt gesteld dat het er op lijkt dat de Bijbelse psalmen zelfs helemaal niet werden gebruikt in de eredienst van de eerste christelijke gemeenten. Tegelijk lezen we op een andere plaats dat er over het zingen van de kerk in de eerste eeuwen geen enkel schriftelijk bewijs is.
Geen psalmen? Waarschijnlijk, het lijkt er op, geen schriftelijk bewijs …..

Psalmen en eigentijdse liederen?
In de aantekeningen van de HSV-Studiebijbel[ii] lezen we dat het waarschijnlijk is dat Paulus verwijst naar de psalmen uit het Oude Testament maar ook naar meer eigentijds lofliederen. ‘Geestelijk’ wijst op de invloed van de vervulling met de Heilige Geest in de lofprijzing van gelovigen.
Ook hier dus enige onzekerheid. Maar het gaat wel om liederen die tot stand zijn gekomen door de werking van de Heilige Geest.

Geestelijk
Interessant is ook wat Calvijn[iii] opmerkt bij deze verzen. Hij is daar heel kort over. Wat nu hier het verschil is tussen psalmen, lofzangen en geestelijke liederen is niet aan te geven. Wel is het woord ‘geestelijk’ belangrijk.

Eer van de Heere
In de bekende Korte Verklaring[iv] wordt wat meer aandacht gegeven aan ‘psalmen, lofzangen en geestelijke liederen’. Dat hier drie termen worden gebruikt wijst op de volheid van de dank in het hart en in de lofzang. Er is geen reden uitsluitend te denken aan psalmen uit het Oude Testament, het kan ook gaan om eigentijdse liederen. ‘Geestelijk’ geeft het verschil aan met wereldse liederen. De liederen worden beheerst door de Heilige Geest en naar de inhoud door de Heilige Geest bepaald. Tot eer van de Heere.

Uit het Woord van God
In de verklaring van Efeziërs door dr. L. Floor[v] lezen we dat er veel meningsverschil is over de drie genoemde soorten liederen. Veel uitleggers zijn van mening dat het niet inhoudelijk aparte soorten liederen zijn  maar dat het verschil zit in de manier van zingen en begeleiden (met een instrument erbij, met een voorzanger of beurtzang). De inhoud is niet echt te achterhalen.

Belangrijk is dat het gaat om ‘geestelijke’ liederen. Dat is: ingegeven door de Heilige Geest. Dus met een inhoud uit het Woord van God. Daarnaar verwijst ook het begin van de tekst in Kolossenzen 3: 16: “Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen”. En dan volgt het gedeelte over het onderwijzen en zingen.
Ook hier lezen we dat het waarschijnlijk niet alleen om oudtestamentische psalmen gaat maar ook over eigen liederen in die tijd, gericht op het heilswerk van Christus. Daarmee moeten de gelovigen elkaar bouwen en elkaar bewaren bij de zuivere leer.

Conclusies
Uit bovenstaande kunnen we wel een paar conclusies trekken.
Allereerst: het blijft onzeker wat de Bijbel precíes bedoelt met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Er is uit de eerste tijd van de nieuwtestamentische kerk niets vastgelegd. Of in ieder geval is er niets over bewaard gebleven.

Een tweede conclusie is dat de meeste uitleggers van mening zijn dat het gaat om oudtestamentische psalmen maar ook om liederen die in de tijd van Paulus in de gemeenten tot stand kwamen.

Een derde conclusie mag zijn dat het ging om liederen die tot stand kwamen door ingeving van de Geest. Door en uit het Woord van God. Gericht op de verkondiging van Gods heilswerk en tot Zijn eer. Om elkaar in de gemeente te bouwen en te bewaren bij Gods Woord.

Deze zaken hebben ons nog steeds iets te zeggen. Het betekent dat we niet te snel moeten roepen: we mogen alléén psalmen zingen. Tegelijk mogen we ook niet doen alsof we in de kerk onbeperkt allerlei religieuze liederen kunnen zingen ten koste van de psalmen. Dat zeggen deze teksten niet.

Kaders
Wel geven de woorden van Paulus, zo menen we, heldere kaders, grenzen, duidelijke normen voor de kerkzang. Het betekent dat niet-bijbelse liederen en gezangen moeten zijn ingegeven door de Heilige Geest. De Geest werkt met en door het eigen Woord van God. Door dat Woord werkt Hij in mensen. Liederen en gezangen moeten dus gebaseerd zijn op de Bijbel. In die liederen moet de kerk de zuivere Bijbelse leer uitzingen. De Heere lofzingen en danken voor Zijn heilswerk. Ze moeten wijzen naar het verlossingswerk van Christus. Zoals in alle psalmen en liederen die ons in de Bijbel zelf gegeven zijn.

Gezangen en liederen die we zingen in de kerk kunnen dus nooit los staan van de Bijbel. En zeker niet in strijd zijn met de leer van de Bijbel. Ze kunnen niet mensgericht zijn en/of de mens en zijn/haar gevoelens in het middelpunt plaatsen.
Als we dat beseffen dan is duidelijk dat gebruik van individualistische en evangelische gezangen, eenzijdig gericht op beleving en religieus gevoel, niet rekenend met het verbond van de Heere, zijn uitgesloten in de eredienst. Evenals allerlei opwekkingsliederen. Willen we gezangen zingen dan moeten deze niet de geloofsbeleving van de mens maar de Heere en Zijn werk centraal stellen.

In volgende artikelen willen we iets laten zien van de ontwikkeling van de kerkzang na de eerste eeuwen na Pinksteren.

                                                                                                                                                                                                    (wordt vervolgd)


[i] Het kerklied, een geschiedenis, onder red. van Jan Luth, Jan Pasveer en Jan Smelik, Mozaïek, Zoetermeer, 2001
[ii] HSV-Studiebijbel, Royal Jongbloed, Heerenveen, 2014
[iii] Verklaring van de Bijbel door Johannes Calvijn, Zendbrieven van Paulus, Efeziërs, W.A. de Groot-Goudriaan, 1972
[iv] Korte Verklaring der Heilige Schrift, deel 12, Kok, Kampen, herdruk van de uitgave uit 1932
[v] Efeziërs, Eén in Christus, dr. L. Floor, Kok, Kampen, serie Commentaar op het Nieuwe Testament, 1995

Pdf maken (via Printen)