LEZEN: Ef. 4:17-25
… verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien, indien u tenminste geproefd hebt dat de Heere goedertieren is. – 1 Petr. 2:1-3
Wedergeboren gelovigen hebben Christus leren kennen (Ef. 4:20). Ze gaan anders leven vanuit het geloof naar Gods Woord. Daarom leggen ze af, laten ze na wat niet bij Christus past. Ze willen het kleed van de zonde uittrekken. Petrus spreekt in vers 1 van alle slechtheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst, alle kwaadsprekerij. Dit gaat in tegen de vurige liefde waarvan v. 22 spreekt. Ze willen voortaan alleen naar Christus luisteren en dus naar Gods Woord leven. Daar gaat hun verlangen naar uit.
Dat vurige verlangen vergelijkt Petrus met baby’s die niet alleen melk nodig hebben om te groeien, maar er ook vurig naar verlangen. Petrus gebruikt dit beeld niet om hen met baby’s te vergelijken wat betreft hun geloof, maar om dat verlangen duidelijk te maken naar zuivere voeding. Je hebt elke dag Gods Woord nodig om met en voor God te leven, naar waarheid. Ook om in ware liefde en vrede met je broeders en zusters te leven.
Er mogen daarnaast geen onzuivere bronnen worden gebruikt voor de groei van je geloofsleven en je kerkelijk leven. Zo groei je samen in liefde naar de Heere toe je aan de waarheid vasthoudend (Ef. 4:16).
Dat kan alleen als je werkelijk de Heere liefhebt met heel je hart, ziel, verstand en al je krachten. Petrus dringt ons ertoe om onszelf te beproeven of we de Heere werkelijk liefhebben en van Zijn vergevende genade leven: “Indien u tenminste geproefd hebt dat de Heere goedertieren is”. Hoe kan dat anders dan dat je steeds je zonden voor Hem belijdt, en je in alles afhankelijk van Hem weet?
Zie je het verband tussen Bijbel, leer en leven?
Zingen: Ps. 34:5
