LEZEN: Deut. 8:7-20: … dat u dan niet in uw hart zegt: Mijn eigen kracht en de macht van mijn hand heeft dit vermogen voor mij verworven…
De woestijnreis was doorlopend onderwijs van de HEERE. Zoals een man zijn zoon gehoorzaamheid bijbrengt (vs. 5) Die reis mochten ze nooit meer vergeten. Anders zouden ze ook de HEERE Zelf vergeten. Hun afhankelijkheid tijdens de reis maakte dat ze hun hart op de HEERE richtten. Maar hoe zal dat gaan als ze in het goede land komen met overvloed en welvaart? Zullen ze dan met en voor God leven en weerstand bieden aan de afgodencultus van de heidenen?
Gods leiding was erop gericht dat zij het goede land, waarin het hen aan niets zou ontbreken, zouden bereiken. Zo zou God Zijn eed aan de aartsvaders gestand doen (vs.18). Na veel beproevingen zou Hij hen uiteindelijk wel doen (vs.16). Dan zouden ze volop genieten, met als doel de HEERE God loven voor dat goede land en voor de kracht die Hij hen gaf om rijk te worden (vs.10, 18).
Maar wat als ze dat alles zouden vergeten? Als ze zelfs hun hart zouden verheffen tegen God en Hém zouden vergeten (vs.14)? Wat als ze zouden zeggen: mijn eigen kracht en de macht van mijn hand heeft mij rijk gemaakt (vs.17)? En God helemaal vergeten en zelfs achter andere goden aangaan en die dienen en voor die neerbuigen (vs.19)? In dat geval zou God hen doen omkomen, net zoals de heidenen voor hun ogen zouden worden uitgeroeid.
Zo gaan hier samen Gods liefdevolle zorg, geloofsopvoeding en Zijn waarschuwing. Hij spreekt hierin ook ons aan als liefhebbende Vader. Hij maakt ons rijk in het geloof, waarbij Hij ons Zijn Zoon gaf als Verlosser. Hij wil ons door lijden heen naar de heerlijkheid brengen. Laten we dan alles van Hem blijven verwachten, ons leven op Hem en Zijn dienst richten en Hem in alles onze dank en lof geven! Als we het nu moeilijk hebben of goed.
Kun je de woestijnreis met je eigen leven vergelijken?
Zingen Ps. 147:7
