LEZEN: Deut. 32:7-15: Denk aan de dagen van vroeger tijd … Jakob is het gebied dat Zijn eigendom is… Hij omringde hem, Hij onderwees hem, Hij beschermde hem als Zijn oogappel. Zoals een arend zijn nest opwekt, boven zijn jongen zweeft, zijn vleugels uitspreidt, ze pakt, en ze draagt op Zijn vlerken, zo heeft alleen de HEERE hem geleid,…
Het lied van Mozes spreekt niet alleen van de ontrouw van Israël en de verdiende straf van God. Het lied spreekt vooral ook van de trouw en de liefde van God. Als Israël dàt zou vasthouden en daaruit zou leven, hoefden ze niet te vrezen voor de dreiging van Gods straf.
Gods trouwe liefde en zorg wordt in vers 7-14 breed en diep uitgemeten. Daarin spreekt God tot het hart van Zijn kinderen. Gods liefde voor Zijn volk is uit Zijn daden af te lezen. Laten ze daar toch aan blijven denken! Op allerlei manieren heeft God aandacht voor Zijn grote daden gevraagd: al door instelling van het Pascha in Egypte; door de wetgeving, door de afscheidspreek van Mozes. Het was in de woestijn al doorlopend onderwijs. En nu ze op het punt staan het beloofde land binnen te gaan horen ze het nogmaals in een aangrijpend lied. Gods volk moet steeds terugkijken naar wat God voor hen heeft gedaan.
Dat geldt ook voor ons. Als we niet blijven letten op de kerkgeschiedenis, waarin God Zijn kerk steeds bewaarde als Zijn oogappel en terugbracht naar de gehoorzaamheid aan Christus, dan verliezen we Gods trouw en liefde uit het oog. Hoe gemakkelijk dwalen we dan niet van Hem af! Zie hoe God alles bepaalt onder de volken ten gunste van Zijn kerk. Maar zie ook hoe bewogen en liefdevol Hij Zijn kinderen koestert, beschermt en voorthelpt om in deze wereld zonder God, bij Hem bewaard te kunnen blijven.
Zoals een arend ten opzichte van zijn jongen … Verliezen we dat uit het oog, dan geldt voor ons de waarschuwing van vers 15 en verder.
Zingen: Ps. 103:5 Leeft de kerkgeschiedenis als bewijs van Gods trouw?
