13 JULI 2023 – Wachten en verwachten

LEZEN: Mark. 4:26-34

Want de aarde brengt vanzelf vrucht voort: eerst de halm, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar. En … zendt hij meteen de sikkel erin, omdat de oogsttijd aangebroken is. – Mark. 4:28,29

Tot de menigte spreekt de Heere alleen nog in gelijkenissen. Maar aan zijn discipelen verklaart Hij alles, als ze alleen zijn. Zo ook de twee gelijkenissen van het Schriftgedeelte. De eerste gaat over de zekerheid die er is dat het Koninkrijk van God zal komen. Dat mag rust geven aan allen die het evangelie uitdragen en zich inzetten voor de opbouw van de kerk. Wij kunnen zaaien, planten en begieten maar God geeft de wasdom, de groei (1 Kor. 3:7). 

Dat betreft de enkeling, maar ook de kerk. De Heere zal aan Zijn volle getal komen op Zijn tijd. Daar hoeven we niet aan te twijfelen. Ook al zien we er nu niet veel van. De Heere gaat door om heen te werken naar Zijn oogst op de dag van de wederkomst. Dan zal alles in een oogwenk tot voleinding komen. Dat vraagt vertrouwen en geduld. Want de uitkomst is zeker. En het feest van de oogsttijd is ook zeker!

De andere gelijkenis wijst ook op geduld dat nodig is als het gaat om het werk van Christus aan Zijn Koninkrijk met Zijn doorgaand kerk-­verga­derend werk. De vergelijking met een mosterdzaadje. De vergadering van de nieuwtestamentische kerk is heel klein begonnen: twaalf apostels met enkele andere broeders en zusters. Maar bij Pinksteren is er al gauw een gemeente van 3000 leden en dan gaat het evangelie gestaag de wereld over. 

Het kan je vandaag de dag soms benauwen als je naar de omvang van de trouwe kerk van nu kijkt. Maar laten we niet vergeten dat een groot deel van de kerk over de eeuwen heen al in de hemel is, wij niet alles kunnen overzien en de kerk nog steeds niet af is.

Is geduldig zijn waar het gaat om de kerk, moeilijk?

Zingen: Ps. 106:22     

Pdf maken (via Printen)