LEZEN: Mark. 8:11-21
Ziet u het nog niet in en begrijpt u het niet? Hebt u nog uw verharde hart? – Mark. 8:17
De Farizeeën vragen Jezus om een teken uit de hemel. Niet met het doel in Hem te geloven als de door God gezonden Christus. Nee, ze willen Hem verzoeken, zodat ze kunnen zeggen: zie je wel Hij is het niet. Net zoals eens de tovenaars van de Farao probeerden te bewijzen dat de plagen in Egypte geen bewijs was van Gods almacht. Maar Jezus gaat daar niet op in. Hij heeft duidelijk genoeg bewezen dat Hij Gods Zoon is. Als ze het dit niet geloven, helpt geen ander teken.
Tegelijk ziet Hij de verderfelijke invloed van de Farizeeën: ze proberen het volk af te houden van geloof in Hem, zodat ze verloren gaan. Hun leugen werkt door zoals zuurdeeg gistend het deeg doortrekt. Als ze weer overvaren, waarschuwt Hij zijn discipelen voor dit kwaad. Maar ze begrijpen Zijn waarschuwing niet. Ze nemen het letterlijk.
De Heere Jezus loopt er steeds tegenaan dat Zijn discipelen wel alles zien en horen wat Hij zegt en doet, maar het nog steeds niet begrijpen. Daarvoor is nadenken en geloof nodig. Ze moeten achter de woorden van Jezus een geestelijke gesteldheid zien en niet blijven steken bij de letterlijke betekenis van wat voor ogen is.
Jezus had hen toch gezegd dat Hij in gelijkenissen zou spreken? Jezus doet een dringend beroep op hun geloofsactiviteit: “Hebt u nog uw verharde hart?”, “U hebt ogen en u ziet niet, oren en u hoort niet?” Ja, ze wisten precies hoeveel volle manden er over waren bij de twee wonderbare spijzigingen na het breken van maar enkele broden. Waarom zien ze dan niet in dat Jezus hen – met maar 1 brood – ook nu alles kan geven wat ze nodig hebben? Hij wil dat zij in Hem geloven als hun Zaligmaker die Zijn volk wil en kan verlossen van zonde en verderf. In dàt geloof moeten ze Zijn woorden en daden overdenken.
Herken je vandaag ook een zuurdeeg van ongeloof?
Zingen Ps. 86:5
