LEZEN: Gen. 11: 1-9
En de tien horens die u gezien hebt, zijn tien koningen, die het koningschap nog niet hebben ontvangen, maar die samen met het beest één uur koninklijke macht zullen ontvangen. Dezen zijn eensgezind en zij zullen hun kracht en macht aan het beest overdragen. Zij zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam … want Heere der heren is Hij … zal hen overwinnen … – Openb. 17: 12-14
Gen. 10 noemt de nakomelingen van de drie zonen van Noach. Zij groeien uit tot verschillende volken, die zich over vele landen van de aarde verspreiden. Toch is dat in het begin niet zo. Direct na de zondvloed geeft God Noach en zijn zonen opnieuw de opdracht: “Wees vruchtbaar, wordt talrijk en vervul de aarde!” (Gen. 9:1).
Het aantal mensen in de geslachten van de drie zonen neemt wel sterk toe, maar ze verspreiden zich niet over de aarde. In zoverre voldoen ze niet aan de opdracht van God. Ze vormen een eenheid, met één taal en één woongebied. Op zoek naar voldoende mogelijkheden trekken ze op een gegeven moment naar Sinear in het oosten waar vruchtbare grond bij grote rivieren is. Ook is er klei om stenen van te maken. Nog steeds is het nageslacht van de drie zonen van Noach bijeen. In de tent van Noach is er onder hen wel antithese aangewezen, maar daarover lees je hier niets. Er is eenheid in volk en taal.
Eenheid hoeft op zich geen kwaad te zijn. Ook de Heere wil eenheid in Zijn kerk. Maar de eenheid in Babel rust op een machtsstreven dat zich tegen God verheft. Het is het streven van goddeloze geweldenaars als Nimrod, koning van Babel (10:8-10). De mens zelf wil zich een naam maken tegenover de naam van God (vs. 4). Dan kunnen ze alles bereiken wat ze willen. De toren is daar het symbool van. Eenheid maakt macht.
Het vrouwenzaad wordt door dit machtsstreven ernstig bedreigt. Maar God maakt aan deze kwade eenheid een einde door hun taal te verstoren. Ze kunnen elkaar niet meer verstaan. Er is geen communicatie meer. Weg is de eenheid. Zo breekt God de hoogmoed van de mens en zo bewaart Hij Zijn kerk.
Is eenheidsstreven in de wereld gevaarlijk voor de kerk?
Zingen: Ps. 2:1